Hoe kan het leren worden bevorderd?

24 oktober 2022

Voorbeelden van vragen

Hieronder worden wat voorbeelden van vragen genoemd.

  • Welk effect van een bepaalde activiteit verwacht je voor de verdere toekomst als je de huidige activiteit beschouwt?
  • Kun je een afweging maken tussen de ene activiteit en de andere activiteit in termen van duurzaamheid?
  • Zijn er mogelijkheden om een bepaalde activiteit dusdanig in te richten dat er minder nadelige effecten zijn?
  • Hoe kun je materialen in producten en gebouwen terugwinnen en hergebruiken?
  • Zijn er nieuwe toepassingen voor bestaande (overbodig geraakte) installaties?
  • Wat is (zou) het effect (kunnen zijn) van het weghalen van hulpbronnen uit omgeving (op de omgeving).
  • Welke alternatieven zijn er om efficiënt van A naar B te komen en welke impact heeft dit op hulpbronnen?
  • Hoeveel water gebruikt een gemiddeld persoon op een dag en kan dit worden verminderd?
  • Hoeveel voedsel verspilt een gemiddeld persoon op een dag en kan dit worden verminderd?
  • Hoeveel energie gebruikt een gemiddeld persoon op een dag en kan dit worden verminderd?
  • Hoeveel afval produceert een gemiddeld persoon op een dag en kan dit worden verminderd?
  • Hoe kunnen we ervoor zorgen dat afvalstromen omgezet worden in stromen voor grondstoffen?
  • Welke rol kunnen nieuwe technologieën spelen bij het ontwikkelen van duurzame alternatieven voor activiteiten?

Voorbeelden van activiteiten

  • Onderzoeken welke materialen, apparaten en andere producten op dit moment worden gerecycled.
  • Onderzoeken welke maatregelen kunnen bijdragen aan duurzaam bouwen en wonen.
  • Onderzoek doen aan een ecosysteem in de eigen regio om input en output van materie en de ophoping ervan in kaart te brengen.
  • Onderzoeken waaraan voedsel moet voldoen om een duurzaam of biologisch voedsellabel te verkrijgen.
  • Verschillende energiebronnen met elkaar vergelijken en de voor- en nadelen met elkaar bediscussiëren.
  • Bedenken van energiebesparende maatregelen in huis.
  • Discussiëren over de ecologische voetafdruk van verschillende activiteiten, zoals bijvoorbeeld de uitstoot van CO2 tijdens een vlucht of de uitstoot van CO2 die ontstaat bij het houden van vee.
  • CO2 –metingen doen om en nabij een bedrijf.
  • Watergebruik thuis in kaart brengen en waterbesparende maatregelen voorstellen.
  • Afvalstromen binnen de school in kaart brengen en oplossingen bedenken om dit te hergebruiken of te verminderen.
  • Temperatuurmetingen doen aan het klimaat in de stad en maatregelen bedenken om nadelige effecten tegen te gaan (bijvoorbeeld meer water in de stad).
  • Ontwerpen van een product dat voldoet aan het cradle-to-cradle principe en het beargumenteren van gemaakte keuzes.
  • De relatie verwoorden tussen toename broeikasgassen in atmosfeer en de menselijke activiteit op aard.