Modellen begaafdheid

13 februari 2024

(Hoog)begaafdheid is niet hetzelfde als een hoge score op een IQ-test. Dit staat allang niet meer ter discussie. In Nederland wordt (hoog)begaafdheid vaak beschreven aan de hand van het meerfactorenmodel van Mönks. Het is gebaseerd op het triadisch model van Renzulli.

Uiteraard maakt de cognitieve potentie van kinderen wel deel uit van hun begaafdheid. We gebruiken hiervoor onderstaande normaalverdeling in onze IQ-testen.

Verdeling IQ's

Uit onderzoek blijkt dat wanneer (hoog)begaafdheid succesvol tot ontwikkeling komt, drie persoonlijkheidsfactoren meestal aanwezig zijn: hoge intellectuele capaciteiten, motivatie en creatief vermogen.

Mönks onderscheidt in zijn model naast deze aanlegfactoren nog drie cruciale omgevingsfactoren die het tot uiting komen van (hoog)begaafdheid beïnvloeden: gezin, school en vrienden.

Heller en Gagné onderscheiden de kenmerken en factoren die van invloed zijn. Ook hier zijn omgevingsfactoren medebepalend voor het uiteindelijke niveau waarop (hoog)begaafdheid tot uiting komt. Daarnaast zijn ook niet-cognitieve factoren medebepalend. Zo zal een leerling met bovengemiddelde intellectuele vaardigheden die faalangstig is, minder goed presteren dan een leerling met dezelfde intellectuele mogelijkheden die niet faalangstig is.

Relatie met theorieën over brede intelligentie

Binnen het onderwijs is er steeds meer belangstelling voor de theorie van meervoudige intelligentie van Howard Gardner. Volgens Gardner beschikken alle mensen over kwaliteiten, of "vormen van intelligentie", waarmee de kennis en vaardigheden van mensen getypeerd kunnen worden. Intelligentie heeft vooral betrekking op de bekwaamheid om problemen op te lossen, vragen op te roepen, of iets te vervaardigen in een natuurlijke, betekenisvolle omgeving. Dit betekent dus dat intelligentie sterk contextueel bepaald is.

Er is vanuit steeds meer invalshoeken aandacht voor de ontwikkeling van intelligentie vanuit een breder perspectief. De triarchische intelligentietheorie van Sternberg is hier een goed voorbeeld van. Sternberg spreekt van succesvolle intelligentie en benadrukt het belang van analytische, creatieve en praktische vaardigheden.