subdomein C4: Standaardrepresentaties

26 oktober 2020

Gegevens als getallen, letters, kleuren, geluid en beeld kunnen op verschillende manieren gerepresenteerd worden. In het subdomein Standaardrepresentaties worden kandidaten geacht een aantal standaardrepresentaties te kennen en te gebruiken.

  • Woorden, letters, cijfers en leestekens kunnen worden gepresenteerd door middel van symbolen in verschillend schrift. In computergeheugens worden ze gepresenteerd door middel van een getalscode uit een bepaald coderingsschema. Dit maakt geen deel uit van het examenprogramma, tenzij men woorden, letters, cijfers en leestekens als mediacomponenten beschouwt.
  • Getallen kunnen worden gepresenteerd met behulp van cijfers en letters in een bepaald talstelsel. Een talstelsel wordt gekenmerkt door zijn grondtal. Bekende talstelsels zijn binair (grondtal = 2), decimaal (grondtal = 10) en hexadecimaal (grondtal = 16). Daarnaast bestaan er minder gangbare representaties van getallen, zoals Romeinse getallen. In een computergeheugen worden getallen in hun binaire representatie opgeslagen.
  • Kleuren kunnen in een computergeheugen worden gerepresenteerd door middel van een kleurcode die uit drie getallen bestaat. Het eerste getal staat voor het aandeel rood, het tweede voor het aandeel groen en het derde voor het aandeel blauw in de kleur. Als de getallen hexadecimaal worden genoteerd, bestaan ze elk uit twee symbolen. Door deze getallen in hexadecimale representatie aaneen te schakelen ontstaat een code van zes symbolen die een kleur representeert.
  • ​​Geluidsfragmenten kunnen gerepresenteerd worden door middel van een grafiek waarin de druk van lucht in de omgeving van de luisteraar of de toonhoogten uitgezet zijn tegen te tijd. Maar ook het notenschrift is een representatie van geluid, in het bijzonder van muziek. Als een geluidsfragment in een computergeheugen opgeslagen moet worden, wordt ze eerst gesampled. Dat betekent dat de luchtdruk of de toonhoogte met korte tussenpozen gemeten wordt en dat de meetresultaten opgeslagen worden. Hierbij treedt noodgedwongen informatieverlies op. Door middel van compressie kan een dergelijk geluidsbestand verkleind worden ten koste van nog meer kwaliteitsverlies.
  • (Bewegende) beelden kunnen in een computergeheugen gerepresenteerd worden door een serie kleurcodes die elk de kleur van een pixel weergeeft (= pixel- of bitmaprepresentatie). Een alternatieve representatie bestaat uit de vormen waaruit het beeld is samengesteld. Deze vormen op hun beurt worden door middel van wiskundige vergelijkingen gerepresenteerd. Dit wordt een vectorrepresentatiegenoemd. Wordt voor een vectorrepresentatie gekozen, dan behoudt het beeld in tegenstelling tot de bitmaprepresentatie zijn kwaliteit als hij vergroot wordt, omdat het beeld telkens opnieuw uit zijn vormen wordt opgebouwd. Bitmaprepresentaties kunnen desgewenst gecomprimeerd worden, ​hetgeen al dan niet met informatieverlies (lossy respectievelijk lossless) gepaard gaat. Voor vectorrepresentaties bestaat daartoe meestal geen noodzaak.

Welke standaardrepresentatie in welk geval gekozen wordt, wordt bepaald door een aantal aspecten:

  • in hoeverre informatie- en kwaliteitsverlies acceptabel is;
  • hoeveel opslagcapaciteit gegevens in bepaalde representaties vergen;
  • hoeveel verwerkingscapaciteit het kost om gegevens van een representatie naar een andere om te zetten.