Gesprekken over woordenschat en techniek in groep 5-6


De techniek van lezen in groep 5/6 is vooral gericht op automatiseren van het leesproces; het gaat om fluency. Leerlingen leren vlot, makkelijk en accuraat teksten lezen. Daarvoor leren ze gebruik te maken van de betekenis van een woord en van de context van een woord. De woordenschat van leerlingen wordt door een rijke leeromgeving uitgebreid met alledaagse taal en schooltaal. Leerlingen ontwikkelen een woordenschat door teksten te lezen en door erover te denken en te praten. Leerlingen leren woordbetekenissen af te leiden uit de context of uit een (bekend) woorddeel en ze leren naslagwerken gebruiken om betekenissen op te zoeken. Leerlingen leren ook over betekenissen te onderhandelen. Het gaat daarbij niet om geïsoleerde aandacht voor woordenschat, maar om tekstbegrip, in relatie tot het leesdoel.

In de leesgesprekken kun je letten op wat leerlingen zeggen over:

  • Het woordbegrip – dat wellicht het lezen in de weg staat?
  • Over het woordgebruik in het boek?
  • Iets over technische aspecten van het lezen? (verklanken, dyslexie)

In Leerstoflijnen Lezen beschreven lees je in paragraaf 3.3.3 meer over techniek en woordenschat van leerlingen in groep 5-6 (p.146).

​Het zwarte gat ​

​In dit fragment zien we Yasser een boek lezen over het heelal, een ingewikkeld informatief boek dat voor de bovenbouw bedoeld is. Hij leest een stukje voor over het zwarte gat: "In het centrum van de witte vlek bevindt zich een zwart gat". We zien Yasser deze informatie proberen te duiden: wat wordt er bedoeld met 'een zwart gat'? Hij probeert een verklaring te vinden: "Oh er bestaat een rode en een witte, en die witte mag je niet naar toe gaan – een zwart gat!". Naar aanleiding hiervan vraagt de gespreksleider hem wat hij doorgaans doet als hij in dergelijke boeken een woord niet snapt. "Dan ga ik naar het woordenboek" antwoordt Yasser. Hij laat daarmee zien dat hij weet dat hij moeilijke woorden kan signaleren en weet wat hij dan moet doen.

Onderwijsbehoefte

In dit fragment benoemt Yasser dat hij naar het woordenboek grijpt als hij een woord niet kent. Maar verder wordt in dit fragment niet duidelijk welke strategieën hij nog meer hanteert. Is het woordenboek pakken de enige strategie die hij beheerst en of hij goed met een woordenboek kan omgaan. Een dergelijk moment kun je aanpakken om hier verder op in te gaan.