Gesprekken over de leesvoorkeur


Leesvoorkeuren ontwikkelen zich bij kinderen individueel, thuis, op school, in de bibliotheek. Een ruim aanbod, zowel fysiek als in activiteiten, beïnvloedt de leesvoorkeur van kinderen. Behalve belangstelling van een kind is ook de techniek van het lezen van invloed op de leesvoorkeur.

Een tekst heeft verschillende eigenschappen. Door die eigenschappen kan een tekst zich in meer of mindere mate van andere teksten onderscheiden. In het referentiekader worden verschillende tekstkenmerken onderscheiden:

  • Het onderwerp van de tekst: de inhoud die in de tekst aan de orde komt.
  • De structuur van een tekst: de manier waarop de informatie wordt gepresenteerd (de samenhang en de volgorde)
  • De layout van een tekst: de titel, de kopjes, maar ook de kaft van een boek

De stijl van een tekst: formeel of juist heel informeel; met een hoge of een lage informatiedichtheid
Het gebruik van illustraties in een tekst: veel, weinig of geen.

Die zijn met grote letters

​Kinderen vertellen iets over hun leesvoorkeur als iets zeggen over deze tekstkenmerken. Dus als ze een boek beoordelen

  • op het onderwerp van de tekst;
  • op titel, afbeelding op de kaft, onderwerp:
  • op de grootte van de letters:
  • op de indeling, opbouw:
  • op de stijl.​

Voor elke groep (groep 1-2, groep 3-4, groep 5-6, groep 7-8) zijn de uitspraken van kinderen over hun leesvoorkeuren uit de gevoerde leesgesprekken geselecteerd.