Leerlijn literatuur

6 februari 2023

Literatuur (fictie) beschouwen we als een bijzondere tekstsoort Het communicatieve doel is vooral verhalend en amuserend, terwijl ook de relatie tot de werkelijk heel specifiek is. We brengen de begrippen over literatuur daarom onder in een aparte categorie, als een verbijzondering van de categorie Teksten. Dat zijn begrippen als literair genre (bijv. roman, novelle, graphic novel) en fictie  non-fictie (vo onderbouw) en begrippen als literatuurgeschiedenis, literaire stroming en literair motief (vo bovenbouw).

Welke aspecten of kenmerken kunnen we onderscheiden bij literaire teksten?

  • In groep 3-4 beginnen we met termen als situatie, episode en hoofdpersoon.
  • Aan het eind van de basisschool (groep 7-8) worden termen als thema en verhaallijn aangeboden.
  • In het vo onderbouw wordt deze kennis over literaire tekst verder uitgebreid met begrippen als spanningsopbouw, tijdsprong en cliffhanger.
Literatuur
a. literaire teksten b. kenmerken
fase 1 (groep 1-2)
fase 2 (groep 3-4)
  • strip
fase 3 (groep 5-6)
  • poëzie
fase 4 (groep 7-8)
fase 5 (onderbouw vo)
  • literatuur
  • literaire canon
  • literair genre (vb. roman, novelle,
    graphic novel, script, cabaret)
  • fictie ↔ non-fictie
  • herkennend, belevend, interpreterend, beoordelend, kritisch, reflecterend, esthetisch
  • lezen
  • thematiek
  • vertelperspectief (pdf, 90 kB) (ik, personaal, alwetend/auctoriaal)
  • verhaalstructuur
  • spanningsopbouw
  • climax ↔ anticlimax
  • flash-forward ↔ flashback
  • cliffhanger
  • open ↔ gesloten einde
  • stijlfiguur
  • enjambement
  • metrum
fase 6 (bovenbouw vo)