Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Bij een cluster van vakken is er per vak een kernteam binnen de vakvernieuwingscommissie. Daarnaast is er een vakoverstijgende werkgroep voor de onderwerpen die in de examenprogramma’s van meerdere vakken van dat cluster terugkomen, vakoverstijgende onderdelen en het hanteren van eenduidige omschrijvingen.
Elke vakvernieuwingscommissie heeft maximaal 24 maanden om de nieuwe conceptexamenprogramma’s voor het betreffende vak of cluster van vakken op te leveren. De conceptexamenprogramma’s voor de vakken Nederlands, moderne vreemde talen, wiskunde, natuurwetenschappelijke vakken en maatschappijleer zullen in maart 2024 gereed zijn. Daarna worden deze conceptexamenprogramma’s beproefd op bruikbaarheid en effectiviteit in de praktijk.
Het ministerie van OCW geeft opdracht tot het actualiseren van de examenprogramma’s en heeft de uitgangspunten en kwaliteitscriteria vastgesteld in een werkopdracht aan SLO. Vakvernieuwingscommissies van leraren, vakinhoudelijke experts en curriculumexperts gaan in samenwerking met advieskringen werken aan de volgende tussenproducten:
- Karakteristiek per vak
- Raamwerk van concepteindtermen per vak
- Uitwerking selecties van concepteindtermen per vak
- Uitwerking volledige set concepteindtermen en verdeling (centraal examen en schoolexamen voor vakken met een centraal examen
- Conceptexamenprogramma’s per vak en een toelichtingsdocument met verantwoording van keuzes.
De vakvernieuwingscommissies krijgen bij aanvang een startnotitie. Startnotities per vak beschrijven de probleemanalyse, relevante ontwikkelingen in onderwijsbeleid en -onderzoek, het onderwijsveld en de samenleving in relatie tot het curriculum. De startnotities zijn opgesteld door SLO samen met vakexperts, docenten, vakdidactici en toetsdeskundigen. Na oplevering van de conceptexamenprogramma's zullen de programma's met het veld worden beproefd en op basis van de inzichten daaruit worden geactualiseerd.
Voor SLO is het noodzakelijk dat er met minimaal twee cohorten wordt geëvalueerd. Dat betekent dat het doorontwikkeltraject in schooljaar 2022-2023 is gestart en in ieder geval tot en met schooljaar 2025-2026 zal duren.
Voor het vormgeven van een praktijkgericht programma is samenwerking met het hbo en het bedrijfsleven van groot belang. Tijdige opzet en intensiveren van deze samenwerking is daarbij onmisbaar. Te denken valt aan het opstarten van samenwerking op het gebied van:
- levensechte opdrachten (inzet van hbo/bedrijven als opdrachtgever en/of als beoordelaar);
- het bieden van (onderdelen van) het praktijkgerichte programma op de locatie van het hbo/bedrijf;
- het geven van (onderdelen van) het praktijkgerichte programma door hbo-docenten/-studenten;
- het gezamenlijk inrichten van LOB, stage-activiteiten of het profielwerkstuk.
In de pilots voor gl-tl en het havo wordt gekeken of dit haalbaar is. Dat lijkt realistisch te zijn, zeker wanneer scholen in de regio onderling samenwerken. Ook kan worden samengewerkt met het vervolgonderwijs in de regio. Scholen die praktijkgerichte programma’s aanbieden wordt geadviseerd vroeg te starten met het opbouwen van een netwerk en/of aansluiting te zoeken bij bestaande netwerken in de regio. Samenwerken met bedrijven is een groeiproces waarbij scholen klein kunnen beginnen en langzaam stappen zetten naar meer levensechte opdrachten.
De praktijkroute havo-Educatie is uitgewerkt in een conceptexamenprogramma van 120 studielasturen (120 SLU).
De praktijkroute havo-Educatie wordt afgesloten met een schoolexamen waarvan het cijfer meetelt in het combinatiecijfer. Het is aan de school om op basis van het conceptexamenprogramma (wettelijk kader) een eigen onderwijsprogramma te ontwikkelen. Passend bij de context en visie van de school op havo-Educatie, de eigen leerlingpopulatie en de mogelijkheid tot samenwerking met externe (educatieve) partners in de eigen regio.