Rollen


Rol van de leerkracht

De rol van de leraar is die van luisteraar en vragensteller. Dat vergt net als kindgesprekken van leerkrachten een open, eerlijke en nieuwsgierige houding en interactie zonder oordeel, mening en aanname. Werk samen in een rustige omgeving en creëer een aangename sfeer door belangstelling te tonen en signalen van de leerling serieus te nemen. Reageer niet steeds verbaal omdat dit de taalruimte van de leerling kan beperken, maar reageer ook non-verbaal en nodig uit om verder te praten. Ook is het belangrijk het niveau van kinderen op het gebied van luister-, spreek- en reflectie-, en argumentatievaardigheden niet te onderschatten.

Naarmate jij als leraar vaker leesgesprekken voert, zul je steeds meer ervaren worden in het stellen van vragen die kinderen verder helpen om hun ervaringen met lezen te verwoorden.

Aan het eind van het gesprek is de leraar ook degene, die samen met de leerling conclusies trekt: hoe kunnen we ervoor zorgen dat het lezen (nog) beter gaat?

Rol van de leerling

De rol van de leerling is verteller: leerlingen laten zien wat ze denken, welke strategieën ze gebruiken, waar ze van houden, waar ze nieuwsgierig van worden en waar ze een hekel aan hebben. Leerlingen nemen initiatief in een leesgesprek door zelf boeken op te pakken en daar doorheen te bladeren. Zij geven aan wat hen aanspreekt en hoe ze het boek lezen. Er wordt een beroep gedaan op hun metacognitieve vaardigheden door vragen als: Hoe lees jij? Wat zou jou helpen om meer te gaan lezen? Belangrijk is dat kinderen zich veilig voelen en dat zij taalruimte (beurtruimte en onderwerpsruimte) innemen. Verder zijn luister-, spreek- en reflectie-, en argumentatievaardigheden van belang voor leerlingen om zich te kunnen uiten. Uit de gevoerde leesgesprekken (zie fragmenten op deze site) blijken zelfs jonge kinderen dit al te kunnen.