Gesprekken over het evalueren van teksten in groep 3-4


In groep 3 en 4 leren kinderen te reageren op de inhoud van teksten en leren deze te waarderen. Het accent ligt op het waarderen van de inhoud. Aanvankelijk gaat het net als in groep 1 en 2 om emotionele reacties. Vanaf groep 4 wordt er een begin gemaakt met praten over tekstkenmerken. Ze leren ervaringen uit te wisselen over teksten. Op basis van hun kennis van (literaire) teksten ontwikkelen kinderen waardering voor (literaire) teksten en ze leren die waardering beargumenteerd formuleren. Het werkt goed om in te zoomen op onderdelen van het verhaal of gedicht die leerlingen geraakt hebben, waarover ze zich verwonderd hebben of die ze niet begrepen hebben (Van Norden, 2004). Ze leren een boek uit een collectie kiezen en ze ontwikkelen hun eigen voorkeur.

Inzicht in de manier waarop kinderen teksten evalueren krijg je als leerlingen in een gesprek iets vertellen over:

  • Zijn of haar oordeel over een tekst of boek
  • (na het lezen) Reflecteren op hun interesse in bepaalde fictie of zakelijke teksten
  • Hun eerdere leeservaringen
  • Zijn of haar persoonlijke reactie bij een boek.

In Leerstoflijnen Lezen beschreven lees je in paragraaf 3.2.3 meer over het evalueren van teksten van leerlingen in groep 1 en 2 (p.138).

​Dieren die ik leuk vind ​

Geertje bladert door een informatief prentenboek over dieren. Als de gespreksleider vraagt waarom ze dit boek zou kiezen om te lezen zegt ze: "Er zitten zoveel dieren in en er zitten ook een paar dieren in die ik leuk vind."

Onderwijsbehoefte

Geertje kan al goed verwoorden wat haar voorkeur heeft. Maar is het nou alleen de inhoud van het boek dat haar aanspreekt? Of wordt het boek ook aantrekkelijk door de mooie illustraties en de vormgeving. Door met haar een voorzichtig gesprek te beginnen over tekstkenmerken (bijvoorbeeld in vergelijking met een wat zakelijker vorm gegeven boek over dieren) kan ze haar voorkeur verder ontdekken en verdiepen.

Bobo is saai!

​Fariq heeft de Bobo van de tafel gepakt en bladert er in. "Bobo is saai! Bobo is saai!" begint Said meteen te roepen. Als de gespreksleider hem vraagt wat er nou saai is aan de Bobo zegt Said: "Toen ik een baby was, vond ik Bobo was leuk, maar nu niet meer". Maar voegt hij er aan toe "Bobo doet altijd rare dingen en hij is verliefd op dat andere meisje". Fariq heeft ondertussen de Bobo snel weggelegd... ​

Onderwijsbehoefte

Said voelt zich duidelijk te oud voor de Bobo en legt dat nogal dwingend op aan Fariq, die de Bobo nog heeft gepakt. De reden die Said geeft is inhoudelijk: Bobo doet altijd rare dingen. De gespreksleider zou samen met de jongens op zoek kunnen gaan op grond van de volgende vraag: Wat vonden jullie vroeger leuk aan de Bobo? Gaat dat over de inhoud, over het soort verhaaltjes? Of gaat het ook om bv. de spelletjes of de tekeningen? En lees je nu ook wel eens iets wat erop lijkt maar dan voor jullie leeftijd? Op die manier kunnen ze zich bewust worden van inhoud, tekst- of beeldelementen die nog steeds belangrijk zijn.