Oriënteren en vaststellen

2 oktober 2019

Een goed begin is het halve werk, dat geldt zeker als je onderzoek doet. Bestudeer daarom goed onderstaande aandachtspunten. Bedenk wel dat niet alle punten voor elk onderzoek van belang zijn.

Oriëntatie op het onderwerp/probleem

  • Als je zelf een onderwerp voor je onderzoek moet bedenken, hou er dan rekening mee dat het onderzoekbaar, realistisch en in de tijd haalbaar is.
  • Wil je een onderwerp of probleem aan de orde stellen dat aansluit bij je (oriëntatie op) vervolgopleiding of beroep?
  • Doe je het onderzoek voor jezelf of heb je een externe opdrachtgever?
  • Bedenk of er goede en betrouwbare informatie voor je onderzoek beschikbaar is.
  • Vraag je af of duidelijk is aan welke eisen het onderzoek moet voldoen en op welk vak of welke vakken het onderzoek betrekking moet hebben.
  • Doe in je logboek of labjournaal verslag van de keuzes die je in deze fase van het onderzoek hebt gemaakt.

Persoonlijke leerdoelen

  • Vraag je af wat deze keer je eigen, specifieke leerdoelen zijn? Waar wil je deze keer vooral aan werken?

Probleemstelling

  • Bepaal, eventueel in overleg met de (externe) opdrachtgever, voor welk probleem het ontwerp een oplossing is.

Productverkenning

  • Zoek en analyseer eerdere oplossingen voor het ontwerpprobleem.

Doelgroep verkenning

  • Onderzoek welke behoeften en verwachtingen  de beoogde doelgroep heeft met betrekking tot het ontwerpprobleem.

Onderzoeksmethode

  • Kies, eventueel op basis van een verkennend literatuuronderzoek, een ontwerpmethode die past bij het onderwerp of de probleemstelling.

Eindproduct bepalen

  • Doe een voorstel voor één of meer mogelijke eindproducten en voorzie die van specificaties.