Materialen
Dit onderdeel is nog in ontwikkeling.
In veel peuter- en kleutergroepen zijn er ontwikkelingsmaterialen beschikbaar. Dit materiaal wordt vaak ingezet bij verschillende speel- en leeractiviteiten zodat een kind handelt op basis van welbevinden en vanuit betrokkenheid. Het kind doet speel- en leerervaringen op, waardoor de brede ontwikkeling wordt gestimuleerd. Het materiaal kenmerkt zich doordat het actie en interactie uitlokt. Hierbij moet je denken aan: experimenteren, exploratie, ervaren, fantasie, emotie, spel, spelletjes, winst/verlies, instructie, opdrachten of differentiatie.
In bijna iedere peutergroep, maar zeker in iedere kleutergroep staan kasten gevuld met ontwikkelingsmaterialen. Veel van deze materialen zijn ontwikkeld door de drie bekendste pedagogen uit de 18de en 19de eeuw, te weten: Fröbel (1782 – 1852); Decroly (1870 – 1952) en Montessori (1870 – 1952).
Deze ontwikkelingsmaterialen zijn ontwikkeld om één of meerdere ontwikkelingsgebieden te stimuleren. Veelal is het werken met ontwikkelingsmaterialen ook opgenomen als vast onderdeel in het leerplan kleuters. Bouwman en Kool (2017) Deze materialen zijn specifiek gemaakt om een of meerdere ontwikkelingsgebieden, zoals de waarneming of logisch denken te stimuleren. Bouwman en Kool (2017) delen het ontwikkelingsmateriaal op grond van materiaalkenmerken in drie categorieën:
- Ongevormde materialen zoals zand, klei en water. Kinderen verkennen het materiaal en ontdekken zo de eigenschappen van het materiaal.
- Vormgevend zoals mozaïek, blokken, kralenplanken, stokjes en ringen, maar ook papier en tekenmaterialen. Kinderen vervormen en bewerken het materiaal om een idee met behulp van het materiaal en bijbehorende technieken zichtbaar te maken. Nellesteijn & Jansen-Vos (2005) delen materialen als blokken en mozaïek in een aparte categorie in, namelijk constructie-en compositiemateriaal.
- Gerichte ontwikkelingsmaterialen zoals lotto’s (kaarten op een rij leggen van klein naar groot), puzzels, werkbladen en materialen die de ontluikende geletterdheid en gecijferdheid stimuleren. Ze zijn doelgericht, omdat de opdracht en oplossing van het materiaal is ingebouwd.(Brouwers, 2010). Dat betekent dat het materiaal een eenduidige bedoeling heeft en niet naar eigen inzicht gebruikt kan worden. Gerichte ontwikkelingsmaterialen worden in de praktijk ook wel speelleermaterialen genoemd. Deze term is misleidend, omdat van kenmerken van spel (onder andere flexibiliteit, eigen regels en handelingen) geen sprake is. Wel wordt er volgens vaste stappen geleerd en dat draagt ook bij aan ontwikkeling. Daarom gebruiken wij de term gerichte ontwikkelingsmaterialen (Bouwman & Kool, 2017).
Bouwman, A. en Kool, A. (2017) Juf, deze puzzel is een verhaaltje!......Denkprocessen versterken met gerichte ontwikkelingsmaterialen. Verschenen in Rekenen en wiskunde in de 21e eeuw. Ideeën en achtergronden voor primair onderwijs. Pagina 65-70 Redactie: M.van Zanten 2017.
Brouwers, H. (2010) Kiezen voor het jonge kind. Coutinho, Bussum.
Nellesteijn, B.& Jansen-Vos, F. (2005) Het materialenboek. Een rijke leeromgeving in de onderbouw. Van Gorkum, Assen.
Bij dit onderdeel zullen wij ons richten op de vormgevende materialen en gerichte ontwikkelingsmaterialen.