Lexicon
Een thematisch onderwijsaanbod (al dan niet gebruik makend van een kleuterprogramma) van betekenisvolle samenhangende activiteiten, op basis van vooraf vastgestelde leer- en ontwikkelingsdoelen.
Onder brede ontwikkeling verstaan we het vermogen om te denken, te voelen en te handelen, waarmee kinderen greep krijgen op de (sociale) wereld en daarin hun plaats innemen.
Een diagnostische gesprek betekent: mondelinge communicatie tussen tenminste twee personen om een oorzaak te vinden van een gevolg aan de hand van optredende verschijnselen.
Differentiatie is het nemen van maatregelen waarmee de pedagogisch medewerker of leerkracht tegemoet komt aan de verschillen tussen leerlingen.
Dat wat men met een activiteit nastreeft om te bereiken en te leren. In een doel zit een concreet waarneembaar element. Het geeft aan wat er is veranderd in het gedrag, de houding of de kennis van het kind.
Executieve functies zijn hogere cognitieve processen die nodig zijn om activiteiten te plannen en te sturen.
De leraren administreren alle beschikbare gegevens en resultaten op groepsniveau op een overzichtelijke en overdraagbare wijze.
Groepsorganisatie of klassenmanagement omvat alle maatregelen die een leerkracht neemt om een klimaat te scheppen waarin de kinderen kunnen spelen, leren en werken.
Een beschrijving van de doelen en het gedifferentieerde onderwijsaanbod voor een bepaalde periode.
Instructie zorgt ervoor dat kleuters weten wat het doel is van hun activiteit, wat ze gaan leren, gaan doen en hoe ze de activiteit moeten aanpakken.
let op!
Momenteel wordt de inhoud van dit lexicon geactualiseerd en waar nodig aangevuld.