Sociaal-emotionele ontwikkeling

4 januari 2024

Sociaal-emotionele ontwikkeling richt zich op het dynamische proces waarmee kinderen en jongeren de fundamentele levensvaardigheden verwerven voor het ontwikkelen van een persoonlijke identiteit, het opbouwen van relaties met anderen en het hanteren van verwachtingen van hun omgeving. Dit thema gaat in op bewustwording en ontwikkeling van het zelf en een positief zelfbeeld, het aangaan van relaties, je leren verplaatsen in en omgaan met anderen, reflecteren op je gedrag, conflicthantering, keuzes maken, je zelfvertrouwen vergroten en weerbaarheid binnen een groep.

De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren is een belangrijke factor bij de uitwerking van de andere thema's binnen dit leerplankader. Of het nu gaat om het kiezen voor een gezonde leefstijl met uitgebalanceerde voeding en regelmatig bewegen, of het niet meedoen aan pesten, het doet een beroep op persoonlijke weerbaarheid, persoonlijke effectiviteit en zelfsturing van de leerling in situaties waarin anderen ook invloed uitoefenen.

De kernen en subkernen van dit thema vormen een rode draad voor het leerplankader en geven aan wat er binnen een leeftijdscategorie van een leerling wordt verwacht aan sociaal-emotionele ontwikkeling. De beschrijving gaat uit van gemiddelden. Ieder kind is uniek, dus niet elk kind hoeft er op dat specifieke moment aan te voldoen.

Het thema sociaal emotionele ontwikkeling bestaat uit de volgende kernen:

Besef van jezelf

In de kern besef van jezelf leren kinderen en jongeren gevoelens te herkennen en benoemen. Ze leren wat hun kwaliteiten zijn en hoe ze deze kunnen inzetten in hun dagelijkse leven.

Besef van jezelf bestaat uit de volgende subkernen:

  • Gevoelens
  • Kwaliteiten
  • Beeld van mezelf

Zelfmanagement

In de kern zelfmanagement leren de kinderen en jongeren dat ze hun eigen gedrag kunnen sturen. Ze zijn eigenaar van hun eigen gedrag. Geconcentreerd werken, plannen van en reflecteren op het eigen werk zijn van belang.

Er vallen drie subkernen onder zelfmanagement:

  • Gevoelens hanteren
  • Impulscontrole
  • Doelgericht gedrag

Besef van de ander

In de kern besef van de ander krijgen de kinderen en jongeren het besef van de rol en invloed van anderen om hen heen, wat de consequenties hiervan zijn en hoe dit invloed heeft op hun functioneren. Ze leren reacties van anderen te herkennen en begrijpen (empathie), zich verplaatsten in een ander (wisselen van perspectief) en lichaamstaal begrijpen en er adequaat op reageren.

Besef van de ander bestaat uit de volgende subkernen:

  • Inlevingsvermogen
  • Individu en groep
  • Gedrag inschatten van de ander

Relatievaardigheden

In de kern relatievaardigheden leren kinderen en jongeren wat belangrijk is aan een relatie en hoe ze die onderhouden. Ook leren ze met elkaar samen te werken.

Kinderen en jongeren komen dagelijks in aanraking met positieve en negatieve aspecten van relaties, via de media, ervaringen thuis of op straat. Het is daarom belangrijk om ook op school aandacht te besteden aan dit onderwerp.

Relatievaardigheden bevat de volgende vier subkernen:

  • Omgaan met elkaar
  • Samenwerken
  • Omgaan met sociale druk
  • Conflicten hanteren

Verantwoorde keuzes maken

In de kern Verantwoorde keuzes maken staat het keuzes maken, het omgaan met de gevolgen ervan en daar de verantwoordelijkheid voor nemen centraal. De hele dag door maak je keuzes, bewust en onbewust.

Jonge kinderen kiezen vanuit hun gevoel. Voor oudere kinderen wordt het kiezen steeds complexer. Als kinderen en jongeren leren kiezen, moeten ze de ruimte krijgen om fouten te maken. Daarnaast moeten ze leren de verantwoordelijkheid te nemen voor hun keuzes.

Verantwoorde keuzes maken bestaat uit de volgende subkernen:

  • Weloverwogen kiezen
  • Verantwoordelijkheid nemen