Onderzoeken


Onderzoeken is een verzameling van activiteiten die in samenhang kunnen optreden, maar ook als afzonderlijke activiteit voorkomen en zinvol zijn, zoals waarnemen, meten, voorspellen, uittesten, gegevens verwerken en rapporteren. Daarbij zijn kennis (bijvoorbeeld van grootheden en eenheden), vaardigheden (bijvoorbeeld het hanteren van apparatuur) en houdingen (zoals nieuwsgierigheid en kritische houding) van belang. De empirische cyclus (zie hieronder) is een bekend model voor onderzoek, maar komt in feite zelden als zodanig voor. Zo zullen onderzoeksactiviteiten (al dan niet binnen de verschillende vakken) lang niet altijd alle fasen van de empirische cyclus beslaan.

Het bespreken van door anderen verzamelde meetresultaten (bijvoorbeeld van een weerstation) hoort ook bij onderzoeken, evenals het precies waarnemen en beschrijven van biologische objecten. Verder kan elk van de fasen van de empirische cyclus door de docent of door de leerling worden ingevuld. De leerling kan bijvoorbeeld gevraagd worden een onderzoek te bedenken bij een door de docent gegeven onderzoeksvraag. Het formuleren van de vraag is dan gesloten (door de docent bepaald), het bedenken van de proefopzet open (door de leerling te bedenken). Gedurende de onderbouw kan er naar gestreefd worden dat de leerling stapsgewijs een vaardigheid ontwikkelt: van het precies uitvoeren van een activiteit, via het begrijpen en uitleggen van de activiteit naar het zelf bedenken en testen van een activiteit. In de onderbouw kan er door een goede planning voor gezorgd worden dat de leerling met alle onderdelen van de empirische cyclus wordt geconfronteerd. Samenhang tussen de bètavakken is hierbij van groot belang.

In deze toelichting wordt de empirische cyclus vooral gebruikt als raamwerk om diverse vaardigheden uit te werken. Dit raamwerk is grotendeels gebaseerd op het rapport Natuurwetenschappelijke vaardigheden onderbouw havo-vwo (Spek & Rodenboog-Hamelink, 2011). In de onderwijspraktijk kunnen uit dit raamwerk allerlei combinaties worden gemaakt. Voorbeelden van diverse activiteiten volgen aan het eind van deze toelichting en staan ook vermeld bij de afzonderlijke domeinen van de kennisbasis in kolom D1. De indeling die in deze toelichting wordt gehanteerd is de volgende:

A. Oriëntatie op het onderzoek
B. Onderzoeksvraag formuleren
C. Onderzoeksmethode vaststellen
D. Plannen en uitvoeren van het onderzoek
E. Verwerken van de gegevens
F. Trekken van conclusies, vergelijken met onderzoeksvraag en hypothese
G. Onderzoek rapporteren en presenteren.