Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Een handboek voor taaldidactiek over de taalontwikkeling van alle kinderen vanaf peuterleeftijd tot en met eerste graad van het secundair onderwijs.
Deze pagina's bieden inspiratie in de vorm van opdrachten die een beroep doen op hogere denkvaardigheden.
Sinds augustus 2010 is het referentiekader taal (en rekenen) wettelijk van kracht. Binnen het referentiekader zijn vier referentieniveaus omschreven en het is daarmee van toepassing op po, vo en mbo.
Het referentiekader taal is ingevoerd om de aansluiting tussen de sectoren te verbeteren en het taalvaardigheidsniveau te verhogen.
10-14 onderwijs is voor leerlingen van 10 tot 14 jaar. Leerlingen van groep 7 en 8 en leerlingen van klas 1 en 2 zitten samen op school. Primair en voortgezet onderwijs ontmoeten elkaar in 10-14.
Er is geen definitie van het begrip 'taalzwakke leerling'. Doorgaans duiden we met deze term op leerlingen die achterblijven ten opzichte van het niveau dat van hen verwacht wordt.
Interferentiefouten = fouten in de ene taal, bijvoorbeeld het Engels, die ontstaan vanuit de spelling van de moedertaal, bijvoorbeeld het Nederlands.
Voorbeelden hiervan zijn: hobby's (Ned.) i.p.v. hobbies (Eng.) en Englisch i.p.v. English.
In 2025 starten we met de ontwikkeling en consultatie van de leerlijnen voor Nederlands, rekenen en wiskunde. Daarna volgen de andere leergebieden en de functionele kerndoelen.