Kanttekeningen

18 december 2019

Toelichting op de kanttekeningen uit de preambule:

Kerndoelen zijn een operationalisering van wat in de preambule brede vorming genoemd wordt.
In de preambule van het primair onderwijs worden drie kanttekeningen geplaatst bij de operationalisering van deze  kerndoelen. Hierin worden ook leergebiedoverstijgende vaardigheden / 21e eeuwse vaardigheden aan de orde gesteld.

Mensen geven voortdurend betekenis aan hun omgeving. Deze omgeving is niet statisch, maar verandert telkens. Om hierin te kunnen functioneren zetten mensen verschillende vaardigheden in. Het leergebied kunstzinnige oriëntatie draagt bij aan de ontwikkeling van deze leergebiedoverstijgende / 21e eeuwse vaardigheden. In onderstaande tekst wordt, aan de hand van de kanttekeningen uit de preambule, de bijdrage van het leergebied kunstzinnige oriëntatie aan de brede vorming en de relatie  tussen het leergebied met andere vakken en leer- en vormingsgebieden beschreven.

1. De doelen omschrijven het eind van een leerproces, niet de wijze waarop ze bereikt worden.

...kerndoelen doen geen uitspraken over didactiek. Gezien het karakter van het basisonderwijs dienen leraren een beroep te doen op de natuurlijke nieuwsgierigheid en de behoefte aan ontwikkeling en communicatie van kinderen, en deze te stimuleren." (Rijksoverheid: Kerndoelenboekje, p. 7 t/m 9)

Een beroep doen op en het stimuleren van de natuurlijke nieuwsgierigheid kan plaatsvinden door aandacht te besteden aan het creatieve proces en door aan de sluiten bij de belevingswereld en de ontwikkeling van de leerling. Doordat leerlingen de mogelijkheid krijgen om het creatieve proces te doorlopen, is er ruimte voor hun eigenheid. De leerkracht richt de begeleiding van dit proces op de interactie tussen vakinhoudelijke criteria en kindeigen criteria van de opdracht. "Door een gestructureerd en interactief onderwijsaanbod, vormen van ontdekkend onderwijs, interessante thema's en activiteiten worden kinderen uitgedaagd in hun ontwikkeling." (Rijksoverheid: Kerndoelenboekje, p. 7 t/m 9)

2. Inhouden en doelen worden zo veel mogelijk op elkaar afgestemd, hebben verbinding met het dagelijks leven en worden in samenhang aangeboden.

In concreet onderwijs zijn doorgaans doelen uit verschillende hoofdstukken (leergebieden, red.) tegelijk van belang. Taal bijvoorbeeld komt voor bij alle vakken. Aandacht voor cultuur is niet beperkt tot het kunstzinnig domein. Omgaan met informatietechnologie geldt voor alle gebieden." (Rijksoverheid: Kerndoelenboekje, p. 9).

Bij het leergebied kunstzinnige oriëntatie gaat het specifiek over kunst-, media- en erfgoededucatie. Om samenhang binnen het curriculum tussen de vakgebieden te realiseren moeten leerdoelen, - inhouden en - activiteiten op elkaar worden afgestemd.
Ook in het onderzoeksproject Cultuur in de Spiegel komt het leergebied kunstzinnige oriëntatie ter sprake. Kunstzinnige oriëntatie is daarin een vorm van cultuuronderwijs. In deze vorm van cultuuronderwijs wordt een beroep gedaan op het cultureel bewustzijn van leerlingen. Leerlingen geven betekenis aan het menselijk bestaan door iets te maken met behulp van het lichaam, materialen, instrumenten of taal. Cultuuronderwijs reikt verder dan de grenzen van het leergebied kunstzinnige oriëntatie omdat ook in andere leergebieden het menselijk bestaan als onderwerp wordt genomen. Binnen het curriculum van een school gaat het dan bijvoorbeeld om taal (literatuur en poëzie), geschiedenis en aardrijkskunde (Van Heusden, 2010).
Door binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie thema's aan te bieden die zich op de eigen culturele omgeving van leerlingen richten, raken leerlingen betrokken. Samenhang tussen vakken en leergebieden bevorderen deze betrokkenheid en inhouden van vakken en leergebieden worden daardoor betekenisvol voor leerlingen.
Bij kunstzinnige oriëntatie gaat het er om betekenisvolle contexten voor kunstzinnige activiteiten te creëren. Veel thema's uit het leergebied oriëntatie op jezelf en de wereld kunnen zulke  betekenisvolle contexten bieden. "Kinderen doen kennis en ervaringen op in contact met de wereld om hen heen, ze reflecteren er op door hun ervaringen te verbeelden in beelden, muziek, beweging, spel of taal." (Klein Tank, Oosterloo &, Roozen, 2011). Bij cultureel erfgoed ligt de nadruk op het onderzoeken van verschillende (cultuur-)historische bronnen. Hierdoor is er een sterke relatie te leggen met een vak als geschiedenis. Daar waar binnen het vak geschiedenis de nadruk ligt op een objectieve beschouwing van de historie, kan er binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie juist meer ruimte gegeven worden aan de persoonlijke, subjectieve betekenisgeving van de culturele geschiedenis (Vakgroep erfgoedspecialisten, 2013)
Binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie wordt een beroep gedaan op taalvaardigheid, zoals bij het onderzoeken van en reflecteren op een culturele of kunstzinnige activiteit of wanneer leerlingen samenwerken. Ook kunnen culturele of kunstzinnige activiteiten een context bieden voor rekenen/wiskunde, zoals ruimtelijk voorstellingsvermogen, verhoudingen en maten.

3. Er wordt aandacht besteed aan doelen die voor alle leergebieden van belang zijn: goede werkhouding, gebruik van leerstrategieën, reflectie op eigen handelen en leren, uitdrukken van eigen gedachten en gevoelens, respectvol luisteren en kritiseren van anderen, verwerven en verwerken van informatie, ontwikkelen van zelfvertrouwen, respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar, zorg voor en waardering van de leefomgeving.

Leerlingen ontwikkelen en gebruiken, al werkende binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie, een veelheid aan vakoverstijgende vaardigheden. Ze communiceren in beeld, geluid en beweging, leren waar te nemen en hun eigen ervaringen, gevoelens en ideeën te uiten en te verbeelden. Tijdens reflectiegesprekken en het samenwerken is luisteren, het bekritiseren van anderen en het respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar, een voorwaarde. Leerlingen leren hierbij feedback te geven en te ontvangen. Reflectie op eigen handelen en leren maakt ook deel uit van het creatieve proces. Binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie worden veel divergente opdrachten gegeven. Dit vraagt om het toepassen van probleemoplossende leerstrategieën. Presenteren is een belangrijk onderdeel binnen de kunstzinnige vakdisciplines van het leergebied kunstzinnige oriëntatie. Bijvoorbeeld door samen te zingen, een dans uit te voeren of door een beeldend werkstuk aan andere kinderen te presenteren. Door leerlingen in een veilige omgeving te laten experimenteren met presenteren kunnen zij hun zelfvertrouwen ontwikkelen en vergroten. Mediawijsheid (of media-educatie) wordt in de leerlijn kunstzinnige oriëntatie niet als aparte discipline uitgewerkt. Door informatie te onderzoeken en te beschouwen kan mediawijsheid bevorderd worden.

Bronnen

Heusden, B.P., van. (2010). Cultuur in de spiegel. Naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen en SLO.

Ministerie van OCW. (2006). Kerndoelen primair onderwijs. Den Haag: Ministerie van OCW.
Geraadpleegd op 28 januari 2014

Klein Tank, M., Oosterloo, A., Roozen, I. (2011). Vakken in samenhang. Een digi(bord)boek voor samenhang tussen kunstzinnige oriëntatie, taal en wereldoriëntatie. Enschede: SLO.

Vakgroepoverleg erfgoedspecialisten. (2013). Blik op erfgoededucatie. De rol van erfgoed in onderwijs (Versie 15 02 13). Utrecht: LKCA.
Geraadpleegd op 28 januari 2014, van http://www.lkca.nl/erfgoededucatie/