Leerlijnen

12 september 2023

Binnen het leerplankader kunstzinnige oriëntatie vormen de onderdelen 'uitgangspunten' en 'samenhang' de opstap naar de leerlijnen van de kunstzinnige vakdiscipines beeldend, dans, drama, muziek en cultureel erfgoed.

Een leerlijn is een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden naar een einddoel. Allereerst wordt het onderdeel 'leerlijnen' voorafgegaan door informatie over het creatieve proces. Het creatieve proces is als uitgangspunt genomen voor de leerlijnen van de vakken binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie. Binnen dit proces verwerven leerlingen competenties ten aanzien van kunst en cultuur. Een competentie is een vermogen dat aantoont dat iemand geschikt is voor een taak. Dit vermogen omvat kennis, vaardigheden en attitudes. De leerlijnen beschrijven op vier momenten (groep 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8) wat een leerling, gemiddeld gezien, aan competenties verworven heeft. Binnen elke afzonderlijke leerlijn wordt daarbij toegewerkt naar de streefcompetenties (eind groep 8) van dat vak.
Gezamenlijk werken de kunstzinnige vakdisciplines en cultureel erfgoed aan een set van generieke competenties van het leergebied kunstzinnige oriëntatie.

De leerlijnen van de kunstzinnige vakdisciplines beeldend, dans, drama, muziek en cultureel erfgoed, hebben het creatieve proces als uitgangspunt. Een leerlijn is 'een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden naar een einddoel. Afhankelijk van de precieze functie, gebruikscontext en doelgroep variëren leerlijnen in de mate waarin implicaties voor verschillende leerplanelementen zijn uitgewerkt'. Binnen dit proces verwerven leerlingen kennis, vaardigheden en attitudes ten aanzien van kunst en cultuur. Een combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes wordt competentie genoemd.

De leerlijnen van de kunstzinnige vakdisciplines en cultureel erfgoed beschrijven op vier momenten (groep 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8) wat een leerling, gemiddeld gezien, aan competenties verworven heeft. De keuze voor deze momenten is gemaakt op basis van de manier waarop veel scholen hun onderwijs georganiseerd hebben (namelijk in de groepen 1 t/m 8). Ook veel lesmethoden en producten als TULEvolgen dezelfde structuur. Gezamenlijk werken de leerlijnen aan  de generieke competenties van het leergebied kunstzinnige oriëntatie.

Leerlingen werken binnen kunstzinnige oriëntatie niet alleen aan monodisciplinaire opdrachten, maar ook aan multidisciplinaire opdrachten. In een monodisciplinaire opdracht komen de competenties van één kunstzinnige vakdiscipline / cultureel erfgoed aan de orde. In een multidisciplinaire opdracht worden minimaal twee kunstzinnige vakdisciplines of cultureel erfgoed gecombineerd aangeboden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het maken van een filmpje, het kijken naar muziektheater of het uitvoeren van een musical. Er kunnen ook andere vakken betrokken zijn bij een multidisciplinaire opdracht. In een multidisciplinaire opdracht werken leerlingen dan ook gelijktijdig aan het verwerven van competenties uit de verschillende leerlijnen.

De competentiebeschrijvingen in de leerlijnen geven richting aan het formuleren van doelen voor opdrachten of projecten. Op basis hiervan kunnen scholen hun onderwijsaanbod, al dan niet in samenwerking met een culturele instelling, voor de verschillende leeftijdscategorieën samenstellen. Binnen elke afzonderlijke leerlijn is, ter informatie, een overzicht van de generieke competenties en de streefcompetenties van alle kunstzinnige vakdisciplines en van cultureel erfgoed toegevoegd.