Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Kerndoel 10:
De leerlingen leren bij de doelen onder 'mondeling taalonderwijs' en 'schriftelijk taalonderwijs' strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.
Kerndoel 11:
De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen:
- regels voor het spellen van werkwoorden;
- regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden;
- regels voor het gebruik van leestekens.
Kerndoel 12:
De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
Kerndoel 2:
De leerlingen leren zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leren het belang van die conventies te zien.
Kerndoel 3:
De leerlingen leren strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van hun woordenschat.
Kerndoel 10:
De leerlingen leren te reflecteren op de manier waarop zij hun taalactiviteiten uitvoeren en leren, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten.
Voor een antwoord op diverse vragen over schrijfonderwijs kun je terecht in de leerlijn begrippen voor taalbeschouwing, bedoeld voor zowel het primair als voortgezet onderwijs.
De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen:
regels voor het spellen van werkwoorden; regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden; regels voor het gebruik van leestekens.
De leerlingen leren bij de doelen onder 'mondeling taalonderwijs' en 'schriftelijk taalonderwijs' strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.
De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
De leerlingen verwerven een woordenschat van frequent gebruikte Friese woorden en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden.
Dit thema over geïntegreerd lees- en schrijfonderwijs in het voortgezet onderwijs is een praktisch hulpmiddel voor leerkrachten Nederlands die meer samenhang in en tussen hun lees- en schrijflessen willen aanbrengen.
SLO voert periodiek trendanalyses uit per vakgebied resulterend in een publicatie met daarin de stand van zaken en de ontwikkelingen per vakgebied.
Langs welke weg zijn de eindniveaus 1F en 1S/2F te bereiken? Hoe is de opbouw van de leerstof voor de verschillende domeinen over de groepen 1 tot en met 8? Op deze vraag geeft SLO een antwoord in een reeks van vier publicaties die steeds één van de vier taaldomeinen uit het referentiekader behandelen.