Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Modelleren wordt in veel lesmethoden geïntroduceerd bij het onderwerp Kracht en Beweging.1 Leerlingen zijn door de lessen over kinematica bekend met bewegingen en de grafische weergave daarvan.
Het onderwerp trillingen is een belangrijk hoofdstuk in het natuurkundeonderwijs. Dat is niet alleen vanwege de talloze toepassingen, maar ook omdat trillingen en golven, naast deeltjes, het fundament van de moderne natuurkunde vormen.
Het model van de mathematische slinger beschrijft de beweging van een massa m aan een stijf koord van lengte L opgehangen aan een vast punt.
Het omgekeerd massa-veersysteem is een model dat toepassingen heeft in de biofysica.
In de natuurkunde is 'warmte', aangeduid met het symbool Q, een vorm vanenergie-uitwisseling tussen systemen of tussen een systeem en zijn omgeving.
In dit model wordt een hoeveelheid stof opgewarmd met een constant vermogen Pin; denk hierbij aan een ideale waterkoker. In dit ideale model wordt de opgenomen warmte gelijk gesteld aan de toegevoerde energie.
De aarde ontvangt straling van de zon maar zendt zelf ook straling uit. Het effect op de oppervlaktetemperatuur van de aarde wordt met een simpel model berekend.
Het electron en het proton in een waterstofatoom ondervinden de aantrekking van de coulombkracht.
Quantumdeeltjes kunnen potentiaal-barrières passeren die volgens de klassieke mechanica ondoordringbaar zijn. De verklaring voor dit effect van ‘tunneling’ is het feit dat de golffunctie bij een eindige energiebarrière niet nul is maar exponentieel afneemt; zie modellen asymmetrische put, symmetrische put, harmonische potentiaal en waterstofatoom.
Quantum-tunneling is de basis voor de verklaring door George Gamow in 1928 van het verschijnsel dat zware kernen alfaverval vertonen