over digitale geletterdheid

17 oktober 2022

Indeling in vier domeinen

DG-figuur2022

De vier domeinen van digitale geletterdheid zijn:

Maar wat houdt elk domein in? En waarom is het belangrijk dat kinderen hier wat van afweten?
Hier lichten we dit per domein toe.

Voor je verder leest is het goed om je te realiseren dat deze domeinen niet op zichzelf staan, maar met elkaar in verbinding zijn. Je hebt bijvoorbeeld praktische vaardigheden nodig voor het opzoeken van de juiste informatie en afbeeldingen op het internet. De domeinen zijn met elkaar verweven.

Praktische ICT-vaardigheden

Praktiche ICT-vaardigheden zijn kennis en vaardigheden die nodig zijn: om de werking van computers en netwerken te begrijpen, om verschillende soorten technologieën te gebruiken én om de bediening, de mogelijkheden en de beperkingen van technologie te begrijpen.
Het begrip computer wordt hier breed gebruikt, niet alleen als personal computer, desktop of tablet, maar elk apparaat waarin een microprocessor is gebruikt.

Waarom praktische ICT-vaardigheden?

Praktische ICT-vaardigheden zijn de onderlegger voor de andere domeinen van digitale geletterdheid. Om goed te kunnen functioneren in de huidige en toekomstige samenleving is het belangrijk dat leerlingen beschikken over voldoende basiskennis om gebruik te kunnen maken van verschillende vormen van technologie. De leerling beseft dat een computer niet een apparaat is dat zelfstandig gegevens genereert, maar dat zij zelf invloed kunnen hebben op de gegevens, de manier waarop deze gegevens in een computer terecht komen en de manier waarop de gegevens aan een gebruiker worden getoond.

Waarover gaat het bij praktische ICT-vaardigheden?

Bij praktische ICT-vaardigheden gaat het om kennis en vaardigheden om met digitale technologie om te gaan:

  • Digitale technologie – de impact van digitale technologie en het gebruik in de maatschappij
  • Digitale apparaten – het werken met digitale apparaten en aandacht voor het welzijn en veiligheid
  • Apps en software – het gebruiken en beheren van apps en software, het functioneel gebruiken van apps voor browsen op internet, communiceren en samenwerken; het functioneel gebruiken van apps voor werken met tekeningen, tekst, audio, video, presentaties en spreadsheets

Mediawijsheid

"Weinig blijft onberoerd door het effect van media; media worden steeds meer context, inhoud en bemiddelaars van informatie, kennis en ervaring." […] Van elementen in een omgeving zijn media de omgeving zelf geworden." Zo werd de term 'mediawijsheid' in 2005 geïntroduceerd door de Raad voor Cultuur. In haar advies benadrukt de Raad hoe groot de impact van media op ons bestaan is.

In deze gemedialiseerde samenleving hebben burgers nieuwe competenties nodig om optimaal te kunnen functioneren, produceren en participeren. De Raad vat deze competenties in het begrip mediawijsheid als volgt samen: "het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld".

Waarom mediawijsheid?

De verwachting is dat de samenleving steeds verder zal medialiseren. Om optimaal mee te kunnen doen in de samenleving vol media is mediawijsheid onmisbaar. Het vinden van een baan, jezelf ontwikkelen en bijscholen, sociale contacten onderhouden, gezond blijven en zelfs gelukkig worden: voor al deze zaken wordt het steeds belangrijker dat mensen de mogelijkheden van nieuwe mediatoepassingen weten te benutten – en soms ook juist weten te weerstaan. Leerlingen hebben mediawijsheid nodig om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die media bieden, zowel in het onderwijs nu, als in de mediasamenleving van straks.

Waarover gaat het bij mediawijsheid?

Bij mediawijsheid gaat het om kritisch en bewust omgaan met digitale media:

  • Digitale media en digitale content – het gebruiken van digitale media, kenmerken van digitale content en het veilig en bewust omgaan met digitale content
  • Online communiceren – het veilig en bewust online communiceren
  • Medialisering van jezelf en de samenleving – de aanwezigheid en invloed die media heeft in je eigen leven en in de samenleving

Digitale informatievaardigheden

Bij digitale informatievaardigheden gaat het om het scherp analyseren en kritisch beoordelen van informatie uit allerlei digitale bronnen op relevantie en betrouwbaarheid. Daarnaast gaat het om het systematisch zoeken en vinden van nieuwe informatie en het omgaan hiermee.

Waarom digitale informatievaardigheden?

Steeds meer informatiebronnen komen digitaal beschikbaar. Tegenwoordig kan iedereen wereldwijd snel en eenvoudig informatie publiceren door de steeds betere infrastructuur van internet. Daarnaast wordt informatie ook vaker gekopieerd, gemanipuleerd en breder verspreid. De hoeveelheid digitaal beschikbare informatie neemt daardoor exponentieel toe. Het wordt daarmee moeilijker om te bepalen welke informatie betrouwbaar is. Daarom is het van belang dat leerlingen op school vertrouwd worden gemaakt met digitale informatie en vaardig zijn in het gebruik hiervan.

Waarover gaat het bij digitale informatievaardigheden?

Bij digitale informatievaardigheden gaat het over:

  • Informatie zoeken, vinden en selecteren – formuleren van een informatievraag en vastleggen welke gegevens nodig zijn om deze te beantwoorden, bepalen van zoektermen en -strategieën en geschikte digitale bronnen en vervolgens het verzamelen en selecteren van digitale informatie
  • Informatie verwerken, evalueren en presenteren – analyseren en interpreteren van informatie, een standpunt innemen en onderbouwen en bij een specifieke informatievraag ook deze beantwoorden en conclusies trekken; aansluitend het organiseren en presenteren van de gevonden informatie uit diverse bronnen in tekst, tabel, grafisch en/of audiovisueel.

Computational Thinking

Bij computational thinking gaat het om kennis hebben over en vaardig zijn in verschillende denkprocessen. Voor het oplossen van problemen, het ontwerpen van systemen en het begrijpen van menselijk gedrag worden concepten en werkwijzen gebruikt uit de informatica en de mogelijkheden van een computer of ander digitaal gereedschap.

Waarom computational thinking?

Veel maatschappelijke en wetenschappelijke vraagstukken kunnen niet zonder de hulp van computertechnologie opgelost worden. Bij deze vraagstukken is de rekenkracht van de computer nodig om tot een oplossing te komen.

Computational thinking richt zich op de vaardigheden die essentieel zijn om problemen op te lossen waarbij veel informatie, variabelen en rekenkracht nodig zijn. Het is daarbij belangrijk om te begrijpen hoe informatie tot stand komt zodat je computersystemen kunt benutten voor probleemoplossen, voor het denken in stappen en daarmee in voorwaardelijkheden voor volgorde van de benodigde gegevens. Het gebruiken van computertechnologie bij het zoeken naar oplossingen vraagt om inzicht in algoritmes.

Waarover gaat het bij computational thinking?

Bij computational thinking gaat het over:

  • Data en dataverwerking – kenmerken van (digitale) data en het weken met digitale data door relevante tekstuele en cijfermatige data verzamelen, analyseren en visualiseren
  • Decompositie – een probleem of taak opdelen in kleinere deelproblemen of -taken die het oplossen of uitvoeren eenvoudiger maken
  • Patroonherkenning – het herkennen van patronen in situaties, problemen en oplossingen en het automatiseren van eenvoudige patronen met digitale technologie
  • Abstractie – het richten op belangrijke informatie van een probleem en details buiten beschouwing laten
  • Algoritmes – het verklaren van de werking en zelf ontwerpen van een serie geordende instructies of regels die stap voor stap worden uitgevoerd om een probleem op te lossen

Samenhang tussen de domeinen

"Iemand die informatievaardig is, is nog niet per se mediawijs of digitaal geletterd!"

De vier domeinen staan niet op zichzelf maar zijn met elkaar verbonden. Zo vormen bijvoorbeeld praktische ICT-vaardigheden de onderlegger voor computational thinking, digitale informatievaardigheden en mediawijsheid. Computational thinking en digitale informatievaardigheden zijn met elkaar verbonden waar het gaat over strategisch signaleren, analyseren en (re)presenteren van een (informatie)probleem. En bijvoorbeeld bij mediawijsheid gaat het ook om competenties die te maken hebben met informatie vinden en verwerken.

Zie ook: