Specifieke afstemmingsproblemen

13 december 2019

Bij het integreren van vakken kan het noodzakelijk zijn terminologieën en werkwijzen in verschillende vakken met elkaar af te stemmen. Als twee vakken voor het zelfde begrip of concept verschillende termen hanteren, kan dat tot verwarring onder leerlingen leiden.

Iets vergelijkbaars kan gelden voor werkwijzen en technieken. Als bij twee vakken een bepaalde techniek op verschillende manieren geleerd wordt, kan eveneens verwarring onder leerlingen ontstaan. In dit geval verdient het aanbeveling tot afstemming tussen de vakken te komen. Voor informatietechnologie is de noodzaak tot afstemming met andere vakken niet zo groot. Het vak kent zijn eigen jargon en werkwijzen, die weinig interfereren met andere vakken. Desondanks verdient een aantal potentiële afstemmingsproblemen de aandacht.

  • In het vakgebied informatica wordt een strikt onderscheid gemaakt tussen de begrippen 'gegevens' en 'informatie'. Gegevens zijn betekenisloze cijfers, letters, woorden, geluidsfragmenten, beelden, enzovoorts die als zodanig in computergeheugens opgeslagen zijn. Informatie bestaat uit gegevens waaraan een gebruiker betekenis kan toekennen. Informatie wordt doorgaans niet op een computergeheugen opgeslagen, maar bestaat enkel in de perceptie van een gebruiker. Andere vakken kennen een minder strikt onderscheid tussen gegevens en informatie.
  • Het begrip variabele komt zowel in de wiskunde als in programmeertalen voor. In een programmeertaal verwijst een variabele naar een geheugenlocatie. Als een variabele een waarde aanneemt, dan wordt die waarde in de betreffende geheugenlocatie geplaatst. De wiskunde kent ook het begrip variabele. Hier is een variabele een onderdeel van een formule die een (wiskundig) verband tussen twee of meer grootheden beschrijft. Ook in de wiskunde kan een variabele een waarde aannemen. In essentie bestaat er amper verschil tussen het begrip in beide vakken. Deze omstandigheid kan benut worden om het variabelebegrip in de wiskunde te leren aan de hand van variabelen in een programmeertaal of omgekeerd.
  • Sommige programmeertalen maken gebruik van het =-teken om een waardetoekenning aan een variabele weer te geven. In de wiskunde staat dit teken voor een gelijkheid. Dit kan tot verwarring onder leerlingen leiden.

    • Voorbeeld:

      In de wiskunde is de uitdrukking x = x + 1 onjuist, want dit is een vergelijking en uit deze vergelijking volgt 0 = 1. In Java of Visual Basic is x + 1 een toekenningsopdracht. De oude waarde van x wordt vervangen door zichzelf plus 1. De uitdrukking is daarom in een programmeertaal wel valide.