Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Overzicht houden in de leerdoelen: hoe zorg je ervoor dat je geen doelen vergeet? Doelen in kaart brengen, stappenplan zelf doelen stellen, komen op deze pagina aan bod.
De opgave zal voor iedere school anders zijn. In de nieuwe kerndoelen zijn onderwijskundige inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen verwerkt, zodat de wettelijke kaders weer actueel zijn en passen bij wat leerlingen nodig hebben om nu en in de toekomst deel te kunnen nemen aan en een actieve bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij.
Veel van die recente inzichten en ideeën zijn bij scholen al bekend en zijn al verwerkt in schooleigen curricula. In dat opzicht zijn de geactualiseerde kerndoelen dus niet ‘nieuw’- wel nieuw is dat deze inzichten verwerkt zijn in de wettelijke kerndoelen en daarmee dus de opdracht gaan vormen voor alle scholen in Nederland.
Scholen die de recente inzichten en ideeën al hebben verwerkt, zijn waarschijnlijk al een eind op weg om onderwijs te realiseren waarmee de kerndoelen kunnen worden behaald. Voor andere scholen zal de opgave groter zijn.
De kerndoelen nodigen uit om een vertaling te maken naar samenhangend en betekenisvol onderwijs. In de karakteristiek van elk leergebied maken we de verbanden tussen de kerndoelen zoveel mogelijk expliciet. Ook benadrukken we de samenhang tussen inhouden van verschillende leergebieden. Zo bieden de kerndoelen scholen handvatten om de inhouden in samenhang aan te bieden. Het is aan scholen zelf om een eventuele samenhang tussen leergebieden naar het onderwijs op de school te vertalen, omdat de kerndoelen geen leerstof per schooljaar en ook geen vorm van pedagogiek, didactiek of onderwijstijd voorschrijven.
De nieuwe kerndoelen voor po en onderbouw vo hebben we ontwikkeld met het oog op een ononderbroken ontwikkeling voor leerlingen. Inhouden uit de kerndoelen voor vo bouwen daarom voort op de inhouden uit de kerndoelen voor het po.
Hetzelfde geldt voor de aansluiting van de kerndoelen onderbouw vo op de examenprogramma’s, waarbij de examenprogramma’s voortbouwen op de inhouden uit de kerndoelen voor de onderbouw van het vo. Zo zorgen we voor een goede aansluiting en voorkomen we hiaten.
De nieuwe kerndoelen zijn ontwikkeld met het oog op een ononderbroken ontwikkeling voor leerlingen. Tijdens het ontwikkelproces heeft daarom afstemming plaatsgevonden met de vakvernieuwingscommissies die momenteel de examenprogramma's actualiseren. De examenprogramma’s (in ontwikkeling) bouwen voort op de inhouden uit de kerndoelen voor de onderbouw vo. Zo zorgen we voor een goede aansluiting en voorkomen we hiaten.
Er zijn drie typen doelen. Samen zorgen ze voor een evenwichtige balans tussen aanbod, beheersing en ervaring:
Aanbodsdoelen richten zich op de school als actor. Ze beschrijven waar een school in haar onderwijsaanbod voor moet zorgen en schetsen de randvoorwaarden die noodzakelijk zijn om de totale set kerndoelen te kunnen bereiken.
Beheersingsdoelen zijn gericht op de leerling als actor. Ze beschrijven de kennis en vaardigheden die leerlingen moeten beheersen. Het gaat om
gedrag dat een leerling daadwerkelijk kan laten zien of toepassen.
Ervaringsdoelen zijn eveneens gericht op de leerling als actor, maar hebben een ander karakter. Zij beschrijven welke inspanning of betrokkenheid van leerlingen wordt verwacht met het oog op ervaringen en expressieve reacties. Het gaat om het opdoen van ervaringen die de horizon van leerlingen verbreden, hun kennis verdiepen of bijdragen aan persoonlijke inzichten en waardenontwikkeling.
Soms worden elementen van beheersing en ervaring gecombineerd in een hybride doel. In die gevallen gaat het er niet alleen om dat leerlingen iets kunnen, maar ook dat ze een ervaring opdoen die hun motivatie, reflectie of creativiteit stimuleert
Een kerndoel begint met een kernzin die kort aangeeft wat het doel inhoudt. Daaronder volgen doelzinnen waarin staat wie de actor is (de school of de leerling), welke activiteiten, handelingen of ervaringen verwacht worden en op welke inhoud dit betrekking heeft. Vervolgens geven we een puntsgewijze uitwerking van de doelzinnen onder de noemer ‘het gaat hierbij om…’.
Het uitgangspunt van beide trajecten is vergelijkbaar: leerlingen meer realistische en praktijkgerichte ervaringen bieden om beroepsoriëntatie te stimuleren en doorstroom naar het vervolgonderwijs te verbeteren. Havo en vmbo hanteren daarbij dezelfde kaders en uitgangspunten. De kennis en vaardigheden in het vmbo zorgen voor aansluiting op mbo en havo. Havo richt zich met de kennis en vaardigheden vooral op de aansluiting naar het hbo.
LOB is geïntegreerd in de examenprogramma’s. Het praktijkgerichte karakter van de programma’s maakt dat scholen de mogelijkheid hebben LOB op natuurlijke wijze te integreren. Leerlingen voeren praktische en realistische opdrachten uit voor verschillende externe opdrachtgevers en oriënteren zich zodoende op hun toekomstige loopbaan en opleiding. Daarnaast kunnen leerlingen op deze manier ervaren waar hun kwaliteiten en interesses liggen.