Practica

13 december 2019

De practica kenmerken zich door duidelijke handelingsinstructies, een beperkt aantal uitwerkingsrichtingen en de te toetsen leerdoelen en leervaardigheden.

Voorbeeld ​Zeep maken

Als je vuile handen hebt, was je je handen met een stukje zeep. Op deze manier lost het vuil beter op in water en worden je handen makkelijker schoon. Bij het bereiden van zeep komt meer kijken dan je denkt. Hieronder een recept om zelf zeep te maken. Lees voordat je begint de veiligheidsmaatregelen goed door.

Veiligheidsmaatregelen

  • Bind losse haren vast.
  • Doe een labjas aan of doe een schort voor.
  • Draag handschoenen en een veiligheidsbril.
  • Doe rustig aan.
  • Pas op met de gootsteenontstopper. Dit is vrij agressief en reageert met aluminium. Gebruik dus geen aluminium pan, vormpje of wasbak.​​

Benodigdheden

Materialen

een grote pan                                                      
een glazen kom met 0,4 liter water                      
een afwasteil                                                        
een houten lepel                                                  
een soeplepel                                                      
huishoudfolie
een theedoek
een thermometer (tot 100 °C) een weegschaal
een maatbeker
een fornuis
verschillende (zand)vormpjes

Stoffen

440 gram dierlijk vet, bijvoorbeeld reuze
150 gram plantaardig vet, bijvoorbeeld frituurvet
75 gram gootsteenontstopper
kleur- en geurstof

Dit moet je doen

  1. Zet de afwasteil in de gootsteen en vul deze met kokend water.
  2. Doe het vet in de pan, verhit het tot 80 °C.
  3. Haal de pan van het vuur en zet deze in de teil met kokend water.
  4. Los de gootsteenontstopper op in 0,4 liter koud water. Pas op, de oplossing wordt vanzelf heet!
  5. Giet de oplossing langzaam en heel voorzichtig bij het vet, ondertussen continu roerend.
  6. Voeg nu eventueel geur- en kleurstof toe.
  7. Blijf roeren totdat het mengsel romig en dikker begint te worden.
  8. Bekleed de vormpjes met huishoudfolie en maak de folie een beetje nat.
  9. Schep de vloeibare zeep met behulp van een soeplepel uit de pan in de vorm.
  10. Dek de vormpjes af met een theedoek en zet deze op de verwarming (deze moet dan wel aanstaan!). Na ca.12 uur kun je de zeepjes voorzichtig uit de vorm halen.
  11. Ze moeten nu nog wel een tijd verder drogen. Ook is de pH waarschijnlijk nog te hoog. Dit kan worden nagemeten met een pH-papiertje. Pas als de pH onder de 8 is, mag je je zeepje gebruiken!

Bovenstaande opdracht is vooral bedoeld om te toetsen of leerlingen vaardig genoeg zijn om een practicum uit te voeren. De opdracht zou ook opener geformuleerd kunnen worden door leerlingen eerst zelf een plan van aanpak te laten maken.

Andere voorbeelden

  • Vergelijk de reactie van een spijker in droge lucht, vochtige lucht en water.
  • Hoe zuur is zuur?
  • Meet de zuurgraad van een frisdrank en van vruchtensap.
  • Bepaal het suikergehalte in een suikerbiet.
  • Vergelijk de kleurstoffen in verschillende viltstiften.
  • Herken een stof op basis van verschillen in eigenschappen (fase bij normale druk en temperatuur, kleur, geur, oplosbaarheid in water, kookpunt, smeltpunt, elektrische geleiding).
  • Bepaal het gehalte van water in margarine en halvarine.
  • Vergelijk de invloed van concentratie, soort stof, verdelingsgraad en temperatuur op de reactiesnelheid.​