O9: Reproductie van het organisme - havo (subdomein E3)
20 december 2022
Eindterm
De kandidaat kan met behulp van het concept voortplanting ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en voedselproductie verklaren op welke wijze de reproductie van eukaryoten en prokaryoten verloopt.
Mogelijke specificatie
De kandidaat kan bijvoorbeeld in een context: | Mogelijke deelconcepten |
---|---|
1. verschillen beschrijven tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting en de relatie beschrijven met genetische variatie bij prokaryoten en eukaryoten; | eencellig, meercellig, levenscyclus, geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting, voortplantingsorganen van eukaryoten, geslachtscellen, mitose, meiose, haploïd, diploïd, bevruchting, eicel, zaadcel, follikel, gele lichaam, zygote, klievingsdeling, embryo, placenta, geslachtshormonen, FSH, LH, oestrogeen, progesteron, testosteron, menstruatiecyclus, anticonceptie, kunstmatige inseminatie, embryonale ontwikkeling, klonen, plantenveredeling, vruchtbeginsel, HCG |
2. bouw, vorming, ontwikkeling en functie beschrijven van geslachtscellen en van de zygote; | |
3. daarbij een relatie leggen met mitose en meiose voor de levenscyclus van de mens en voor de levenscyclus van planten; | |
4. bouw en werking van de voortplantingsorganen van de mens beschrijven en de rol van hormonen daarbij herkennen; | |
5. ethische en biologische argumenten onderscheiden met betrekking tot het ingrijpen in het voortplantingsproces van organismen om bevruchting te voorkomen/bevorderen, kwaliteit/nuttig gebruik van nakomelingen te bevorderen, ziekten van organismen te voorkomen; | |
6. uitleggen dat bij plantenveredeling bij kruising nieuwe allelencombinaties ontstaan. |
Voor het VWO staat deze eindterm uitgewerkt in de syllabus van het CvTE.