Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Vanaf 2011 wordt bij het examen Nederlands in het vmbo het referentiekader taal in acht genomen.
De exameneenheid Oriëntatie op leren en werken moet getoetst worden op het schoolexamen en leent zich meer voor praktische opdrachten dan voor een schriftelijke toets.
De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen.
De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen.
De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te
drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren
en bij het discussiëren.
De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur.