Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
De individuele verschillen tussen kleuters zijn groot: sommigen zijn al in staat zelf te lezen, anderen ontdekken nog maar net. Kleuters ontwikkelen in groep 1-2 kennis over zakelijke teksten en fictie en ze leren die kennis te benutten bij het luisteren naar en het zelf bekijken/lezen van teksten.
Scholen mogen zelf bepalen hoe ze het examenprogramma omzetten in een onderwijsprogramma.
Wat leerlingen lezen, kunnen we niet los zien van de omgeving waarin ze lezen. Lezen vindt altijd ergens plaats en de omgeving waar je leest heeft invloed op je manier van lezen.
CKV brengt de leerling in contact met kunstuitingen in levensechte, professionele contexten zodat hij de hedendaagse wereld van de kunsten ervaart.
In de vakspecifieke trendanalyse Nederlands zijn zeven uitdagingen voor het schoolvak Nederlands in po, vo en (v)so gedestilleerd.
Aandacht is gewenst voor de vorming van het ‘taalgeweten’ en het ‘taalbewustzijn’ van leerlingen. De begrippen spellinggeweten en spellingbewustzijn die al langer in de literatuur circuleren kunnen veralgemeniseerd worden naar het hele taalonderwijs.
Met het aantal studielasturen (SLU) wordt aangegeven hoe zwaar een vak weegt in het vakkenpakket van de leerling. Dit aantal uren (géén lesuren) omvat alle activiteiten die nodig zijn om je in dit vak te bekwamen, dus lessen, huiswerk, practica, excursies, praktische opdrachten, het lezen van literatuur, etc. De totale studielast voor een leerling is ingezet op 40 (weken) x 40 (uur per week): dus ca. 1600 uur. Een havoleerling heeft dan totaal 3200 slu, een vwo-leerling 4800 slu, verspreid over de bovenbouwjaren.
Met het aantal studielasturen (SLU) wordt aangegeven hoe zwaar een vak is in het vakkenpakket van de leerling. Dit aantal uren (géén lesuren) omvat alle activiteiten die voor een leerling nodig zijn om zich in dit vak te bekwamen, dus lessen, huiswerk, practica, excursies, praktische opdrachten, het lezen van literatuur etc. De totale studielast over het gehele programma van alle vakken is ingezet op 40 (weken) x 40 (uur per week): dus op circa 1600 uur studieactiviteiten. Een havoleerling heeft dan in totaal 3200 slu (studielasturen), een vwo-leerling 4800 slu nodig voor zijn examenprogramma, verspreid over de jaren 4 en 5 respectievelijk 4, 5 en 6.