Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Deze handreiking uit 2011 is gemaakt ter ondersteuning van vso-scholen voor hun onderwijsbeleid n.a.v. het concept-wetsvoorstel kwaliteit (v)so (2010) en de voorstellen voor kerndoelen vso (2010). Op dit moment actualiseert SLO samen met het onderwijsveld de kerndoelen.
Wat zijn de verplichte doelen voor bewegingsonderwijs in de onderbouw van het vmbo?
Wat zijn de verplichte doelen voor bewegingsonderwijs in de onderbouw van havo en vwo?
Het praktijkonderwijs richt zich met name op het voorbereiden op voor de leerling belangrijke thema’s: wonen, werken, vrije tijd, burgerschap en leren.
Veelgestelde vragen over de actualisatie van de kerndoelen en examenprogramma’s.
In 2025 starten we met de ontwikkeling en consultatie van de leerlijnen voor Nederlands, rekenen en wiskunde. Daarna volgen de andere leergebieden en de functionele kerndoelen.
Leraren en schoolleiders kunnen de leerlijnen gebruiken bij het ontwikkelen van een schooleigen curriculum. Een waardevol instrument om antwoorden te vinden op vragen als: hoe vertaal je de inhouden van de geactualiseerde kerndoelen naar een doorlopende leerlijn voor de hele school? En hoe geef je in groep 3-4 invulling aan je les, zodat je voldoet aan de kerndoelen in groep 8? Hoe ziet je les eruit in klas 1, zodat het voldoet aan de kerndoelen voor het einde van de onderbouw in het vo? Ook laten de leerlijnen zien hoe je aan meerdere kerndoelen tegelijk kan werken. De leerlijnen zijn geen concreet lesprogramma. Scholen mogen de leerlijnen zelf verder vertalen naar de context van hun school.
Ja, ook met de nieuwe kerndoelen blijft er ruimte voor de eigen schooldoelen. De kerndoelen zijn zo geformuleerd dat ze voldoende richting geven om alle leerlingen dezelfde basis mee te geven, maar ook ruimte laten voor scholen en leraren om eigen keuzes te maken. Leraren en scholen behouden hun professionele vrijheid om de kerndoelen op een manier in te vullen die past bij de schoolvisie, hun leerlingen en de context.
De kerndoelen vereisen ongeveer 70% van de onderwijstijd, zodat alle leerlingen de gemeenschappelijke basis kunnen verwerven. Circa 30% vrije ruimte blijft over voor eigen accenten, schoolprofielen of lokale thema’s.