Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
LOB is geïntegreerd in de examenprogramma’s. Het praktijkgerichte karakter van de programma’s maakt dat scholen de mogelijkheid hebben LOB op natuurlijke wijze te integreren. Leerlingen voeren praktische en realistische opdrachten uit voor verschillende externe opdrachtgevers en oriënteren zich zodoende op hun toekomstige loopbaan en opleiding. Daarnaast kunnen leerlingen op deze manier ervaren waar ze goed in zijn, komen ze erachter wat belangrijk voor hen is en kunnen ze bouwen aan een netwerk.
Het uitgangspunt van beide trajecten is vergelijkbaar: leerlingen meer realistische en praktijkgerichte ervaringen bieden om beroepsoriëntatie te stimuleren en doorstroom naar het vervolgonderwijs te verbeteren. Havo en vmbo hanteren daarbij dezelfde kaders en uitgangspunten. De kennis en vaardigheden in het vmbo zorgen voor aansluiting op mbo en havo. Havo richt zich met de kennis en vaardigheden vooral op de aansluiting naar het hbo.
Er zijn twee programma’s in ontwikkeling die richting geven en ruimte bieden voor eigen inkleuringen. Alle eindtermen die staan in het pgp-T en pgp-M moeten getoetst worden. Weliswaar is het mogelijk de relatie te leggen met bijvoorbeeld een schoolinitiatief rond techniekprogramma’s, rond economische programma’s of programma’s die zich richten op de gezondheidszorg.
Dit cijfer wordt samen met de cijfers van de vakken Maatschappijleer en CKV en de vakken die door het bevoegd gezag mogen worden toegevoegd (EBVO artikel 50 lid 2) samen aangemerkt als het cijfer van een (1) vak. Dat wordt het combinatiecijfer.
Van docenten wordt verwacht dat zij leerlingen kunnen begeleiden in het proces naar toenemende zelfstandigheid en competentiebeheersing. Een dergelijke docent ontwikkelt samen met collega's, regionale bedrijven en instellingen en het vervolgonderwijs levensechte opdrachten. Ook kan hij leerlingen aan verschillende opdrachten laten werken en differentiëren naar niveau en leerstijl van de leerling. Docenten die met een praktijkgerichte programma aan de slag gaan, zijn dus niet alleen tijd kwijt aan het zich eigen maken van het nieuwe vak, het impliceert voor velen een verandering in hun manier van lesgeven. Docenten ontwikkelen zich in het begeleiden van leerlingen in de ontwikkeling van vaardigheden. Ze dienen meer creatief en ondernemend te zijn en affiniteit te hebben met projectmatig werken.
Om de kwaliteit van de (tussen)producten en het proces te waarborgen heeft SLO naast de externe advieskring ook een intern systeem van kwaliteitszorg ingericht. Dit systeem bestaat uit twee onderdelen: een monitorteam en een expertpoule.
- Het monitorteam verzamelt gedurende het actualisatieproces informatie en voert daar analyses op uit, op basis van de kwaliteitscriteria uit de werkopdracht. Het monitorteam houdt zicht op zowel de inhoud van de te ontwikkelen (tussen)producten als op het proces.
- De expertpoule bestaat uit inhoudelijke SLO-experts met expertise op het gebied van de vakoverstijgende aspecten die in de werkopdracht zijn beschreven, met in elk geval: burgerschap, digitale geletterdheid, LOB, de drie doeldomeinen, diversificatie, geletterdheid en reken- en wiskundige kennis en vaardigheden. De expertpoule werkt samen met het monitorteam bij het uitvoeren van de inhoudelijke analyses en bekijkt of deze vakoverstijgende elementen goed gewaarborgd zijn in de concept-uitwerkingen.
Leerlingpanels reflecteren op de (tussentijdse) plannen en producten van de teams en vakvernieuwingscommissies. Hierin wordt samengewerkt met het LAKS. In de uiteindelijke conceptkerndoelen en -examenprogramma’s wordt toegelicht hoe de input van leerlingen is verwerkt.
In de teams en vakvernieuwingscommissies gaan leraren, vakexperts en curriculumexperts aan de slag met de actualisatie. Zij werken samen met een advieskring, die onder andere bestaat uit vakverenigingen, wetenschappers, lerarenopleidingen en andere relevante netwerken passend bij het betreffende vak- of leergebied. Daarnaast worden vakexperts geraadpleegd. Uiteraard worden leerlingen ook betrokken bij het actualisatieproces. SLO organiseert samen met het LAKS leerlingpanels, waarbij leerlingen reflecteren op de (tussentijdse) plannen en producten van de teams en vakvernieuwingscommissies.