Jezelf versieren

28 november 2019

​Lesvoorbeeld beeldend, groep 3/4

Een bezoek aan de kapper van kinderen uit groep 3/4 resulteert vaak in extra gekleurde haarlokken, extensions met glitters of zelfs een bijzonder rastermotief in een mooi opgeschoren kapsel. Je lichaam versieren is leuk en spreekt de leerlingen van groep 3/4 aan. Ze beginnen in deze leeftijd met oorbellen en brengen steeds meer variatie aan in hun kapsel. Maar waarom versieren mensen zich überhaupt? Is dat alleen iets van jezelf en je klasgenoten of doen meer mensen dat? Op welke momenten dragen mensen ringen, armbanden, kettingen, speciale schoenen of speldjes? Met welke reden? Was dat vroeger ook zo en hoe is dat in andere culturen?

Op basis hiervan krijgen de leerlingen de volgende opdracht:

Kun je van verschillende materialen een sieraad of lichaamsversiering maken waaraan je aan de vorm van het sieraad kunt zien voor welke gelegenheid je dit hebt gemaakt: je verjaardag, Koningsdag, tuinfeest, vrije woensdagmiddag, zaterdag, vakantie op het strand, een logeerpartij, of voor een andere speciale gelegenheid.

Onderstaande fragmenten geven een beeld van de verschillende fasen van het creatieve proces tijdens deze opdracht.
Het totale lesvoorbeeld (incl. competenties, leerdoelen en beoordelingscriteria) vind je hiernaast in de pdf.

Oriënteren

Jezelf versieren, oriënteren, verkenningsgesprek
De leerkracht start met een verkenningsgesprek over het thema. Ze maakt allereerst complimenten over de sieraden, lichaams- en haarversieringen die leerlingen op dit moment dragen. Hierbij benoemt ze de verschillende aspecten die een sieraad bijzonder maken (kleur, vorm, materiaal, afmeting, waarde, uniciteit). Ze laat ook haar eigen sieraden met trots zien en vertelt om welke reden ze deze draagt en waarom ze in haar ogen bijzonder zijn.
Jezelf versieren, oriënteren, vorm en textuur voelen
De leerkracht laat ze een aantal leerlingen onder een deken sieraden en lichaamsversieringen voelen. De leerlingen mogen aan elkaar vertellen wat ze voelen (welke vorm, textuur) en vervolgens een sieraad onder de deken vandaan halen en desgewenst aan- of omdoen.
Jezelf versieren, oriënteren, verschillende sieraden
Met elkaar bespreken ze wat ze wel en niet mooi of bijzonder vinden. Op het smartbord laat de leerkracht dia’s van verschillende sieraden zien die bij verschillende gelegenheden gedragen worden. In een gesprek onderzoekt ze met de leerlingen voor wie die versiering is bestemd en wat de reden is om deze te dragen.

Jezelf versieren, oriënteren, de opdrachtformulering
Om leerlingen verder te inspireren toont de leerkracht ook de wereldkaart en dia’s met fraaie lichaamsversieringen van inheemse volken. Ze bespreekt met de leerlingen wat ze op de afbeeldingen zien en of ze aan de vorm van het sieraad kunnen zien om welke reden of tijdens welke gelegenheid dit sieraad wordt gedragen. Met deze diaserie wil ze de kinderen nog wat meer losmaken uit hun stereotype beelden van sieraden. Daarbij wijst de leerkracht op de verschillen en overeenkomsten tussen de sieraden die ze net onder de deken hebben ontdekt en de sieraden van de inheemse volkeren. Ze legt daarbij steeds de focus op het moment waarop de sieraden gedragen worden en om welke reden.

Na de introductie vertelt de leerkracht wat de opdracht is:

Jullie gaan zelf sieraden of lichaamsversieringen maken van verschillende materialen. Maar niet zo maar een sieraad. Je gaat een sieraad maken voor een speciale gelegenheid. Bijvoorbeeld voor je verjaardag, koningsdag, tuinfeest, vrije woensdagmiddag, zaterdag, vakantie op het strand of een logeerpartij, of voor een andere gelegenheid die speciaal voor je bent.

Onderzoeken & uitvoeren

Jezelf versieren, onderzoeken en uitvoeren, verkennen vorm, functie en materiaal
Als start voor deze fase maakt de leerkracht samen met de leerlingen een lijstje van speciale gelegenheden en redenen waar anderen of zij zelf een bepaald sieraad dragen. De leerlingen kiezen één aspect uit de lijst en een foto van een sieraad uit de diaserie als inspiratiebron (bijvoorbeeld een burgemeester met een ambtsketting). Hierbij geeft de leerkracht aan dat de foto bedoeld is om je op ideeën te brengen, niet om na te maken. Een rijk ingerichte tafel met papier, potloden, textiel en allerlei (kosteloos) materiaal biedt leerlingen de mogelijkheid om al experimenterend in de onderzoeksfase aan het werk te gaan. De leerkracht heeft een grote variatie aan kleurige materialen op een uitnodigende manier klaar gezet, waarmee ze de leerlingen hoopt te inspireren. Ze legt uit dat zij eerst een schetsje kunnen maken maar ook direct - al experimenterend - met de materialen aan de slag mogen gaan.
Jezelf versieren, onderzoeken en uitvoeren, aan de slag met het sieraad
De leerkracht wijst nog een keer op de criteria van de opdracht, de experimenten van de vorige les en laat de leerlingen hun sieraad (verder af) maken. Ze bespreekt de werkwijze om vanuit een basis als touw, ijzerdraad, stroomdraad, garen, stof, veertjes, elastiek, papier, karton en ijzerdraad te gaan werken. Ook mogelijke constructies worden besproken. De leerlingen gaan aan de slag met het maken van hun sieraad/lichaamsversiering en maken definitieve keuzes voor hun werkstuk op basis van hun experimenten uit de onderzoeksfase.
Jezelf versieren, evalueren, evaluatie vorm & functie van sieraad
Alle kinderen hebben zich met hun sieraden mooi gemaakt.

De leerkracht vraagt de leerlingen om te vertellen over de vorm en functies van hun
sieraad/lichaamsversiering.