Kunstzinnige oriëntatie - leerlijn A - Groep 3 en 4 - Wat doet de leraar


leerlijn kunstzinnige oriëntatie: algemeen


Groep 3 en 4


  • De leraar neemt zelf enkele voorwerpen of een instrument mee en nodigt kinderen uit oude voorwerpen van zichzelf, ouders en grootouders mee te brengen en daarover te vertellen, bijvoorbeeld een fluit, pop, schaatsen van vroeger, koffiemolen, (elektrisch) modeltreintje.
  • Ze laat kinderen verschillen ontdekken tussen oude en nieuwe voorwerpen, wijze van gebruik en het veranderde gebruik van materialen, bijvoorbeeld een lappenpop en plastic poppen, 'echte' raceauto's en videospelletjes.
  • Ze stimuleert kinderen na te denken over verschijningsvormen uit het verleden, bijvoorbeeld aan de hand van vragen als: Waarom ligt er een gracht om een kasteel?
  • Ze organiseert een (kring)gesprek in de klas met (groot)ouders/ouderen of vakmensen (zoals een bakker, slager), die aan de hand van voorwerpen, (afbeeldingen van) gebouwen, vervoermiddelen of gebruiken iets over het verleden vertellen. Ze stimuleert kinderen vragen te stellen.


Wat doet de leraar in samenwerking met anderen?

(Bijvoorbeeld met de (interne) cultuurcoördinator, een kunstenaar, kunstvakdocent, educatief medewerker)

  • De leraar betrekt de culturele omgeving van de school bij themaprojecten en lessen kunstzinnige oriëntatie.
  • Ze beschouwt met kinderen echte kunstwerken als verbreding of verdieping van de reguliere lessen tekenen en handvaardigheid. Ze stelt de kinderen vragen over materiaalgebruik, betekenis, functie, ruimtelijkheid, enz.
  • Ze brengt kinderen in aanraking met diverse vormen van kunst en cultuur binnen en buiten de school. Ze huurt bijvoorbeeld met collega's bij een gezamenlijk themaproject een schooltentoonstelling met schilderijen, een dans- of muziekvoorstelling of maakt culturele uitstapjes in de omgeving van de school. (zie het doorkijkje 'Van Speelklok tot Pierement')
  • Ze gaat met de kinderen in de schoolomgeving op zoek naar voorbeelden van kunst en cultuur, bijvoorbeeld een muziekkapel in een park, graffiti, een standbeeld. Ze geeft de kinderen opdracht (ter plekke of terug in de klas) een bijzonder gebouw te tekenen of zelf graffiti te maken om beter te leren kijken en samen te ontdekken wat er speciaal aan is.