Kunstzinnige oriëntatie - leerlijn A - Groep 3 en 4 - Wat doen de kinderen


leerlijn kunstzinnige oriëntatie: algemeen


Groep 3 en 4


  • De kinderen kijken naar en praten over oude gebruiksvoorwerpen van zichzelf, groepsgenoten, de leraar, ouders en grootouders. Aan de hand van de voorwerpen bedenken ze hoe het vroeger was en vergelijken dit met hoe het nu is.
  • Ze halen er voorwerpen bij van nu, bijvoorbeeld kleding, schoenen, sieraden, knuffels, speelgoed, computerspelletjes, fietsen.
  • Ze ontdekken dat in het huiselijke leven veranderingen hebben plaatsgevonden, bijvoorbeeld manieren om je huis te verwarmen, om te spelen, om voor verlichting te zorgen, vormen van koken.
  • De kinderen gaan naar een bijzonder (oud) gebouw of object in de omgeving van school. Ze praten over bijzondere kenmerken en functie(s), bijvoorbeeld de wieken van een molen, een gracht om een kasteel, de zeilen van een oud schip.
  • Ze stellen vragen aan ouders en grootouders over gebouwen, voorwerpen, gewoontes en gebruiken van vroeger, bijvoorbeeld over spelen, eten, kleren, slapen, naar school gaan en op vakantie gaan.
  • Ze luisteren naar een verhalenverteller, die in de klas op bezoek komt. Dit kan bijvoorbeeld iemand zijn van een erfgoedinstelling of een toneelvereniging.
  • Ze bekijken en lezen prenten- of fotoboeken over het verleden, bijvoorbeeld over een oude school.
  • Ze maken kennis met kunst, bijvoorbeeld een dichter in de klas of schilderijen in een schooltentoonstelling, en ambachten, bijvoorbeeld een bezoek aan een braderie met oude ambachten. Ze leggen daarbij relaties tussen vormgeving, materiaalgebruik en functie, bijvoorbeeld bij verschillende soorten schoeisel, drinkbekers, vazen.
  • Ze beleven en onderzoeken muziekinstrumenten en kunstwerken (in de klas of in de directe omgeving). Hierbij:
    • praten ze met de musicus over de vorm en de klank van het instrument;
    • onderzoeken ze welk 'verhaal' de muziek of de kunstwerken in hun ogen vertellen;
    • vergelijken ze op wat voor verschillende manieren kunstenaars hetzelfde thema, bijvoorbeeld dieren, hebben vormgegeven;
    • kijken ze naar en praten ze met een kunstenaar in de klas of in zijn atelier over het materiaal en gereedschap dat hij gebruikt, over zijn werk en inspiratiebronnen. (zie doorkijkje 'Van Speelklok tot Pierement')