Kunstzinnige oriëntatie - leerlijn A
leerlijn kunstzinnige oriëntatie: algemeen
vulling leerlijn A Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
Cultureel erfgoed is gerelateerd aan verschillende vakgebieden. In groep 1/2 worden vooral onderwerpen uit de directe en nabije omgeving van de kinderen onder de aandacht gebracht.
Cultureel erfgoed is gerelateerd aan verschillende vakgebieden. In groep 3/4 komen onder meer onderwerpen uit oriëntatie op jezelf en de wereld, taal en kunst aan de orde.
Cultureel erfgoed is gerelateerd aan verschillende vakgebieden. In groep 5/6 komen onder meer onderwerpen uit oriëntatie op jezelf en de wereld (meer specifiek: aardrijkskunde, geschiedenis), taal en kunst aan de orde.
Cultureel erfgoed is gerelateerd aan verschillende vakgebieden. In groep 7/8 kunnen vanuit alle vakken relaties gelegd worden met cultureel erfgoed.
objecten uit het verleden Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
Voorwerpen, monumenten, gebouwen.
- (gebruiks)voorwerpen uit de eigen geschiedenis van kinderen (bijv. kleding, speelgoed, foto's)
- gebouwen, monumenten en objecten uit het verleden in de wijk van de school (bijv. huizen, boerderijen, torens, bruggen, oude bomen)
als groep 1/2 +
- (gebruiks)voorwerpen van vroeger; van ouders en grootouders, huisraad
- gebouwen, monumenten en objecten uit het verleden in de eigen woonplaats (bijv. kerken, molens, winkels, schepen, spinnewiel)
- ambachten (bijv. wolspinnen, handwerken en ijzersmeden)
- oude schilderijen en beelden
als groep 3/4 +
- oude kunst en (gebruiks)voorwerpen uit het dagelijks leven met kenmerken, eigenschappen en gebruik (bijv. antieke meubels, gereedschappen, munten en postzegels)
- gebouwen, monumenten en objecten in de omgeving die naar het verleden verwijzen (bijv. straatnaambordjes, uithangborden, gevelstenen, namen van huizen, wapenschilden)
- het dagelijkse leven in oude schilderijen en beelden
- oude kaarten, afbeeldingen en foto's van vroeger
- verschillende historische bronnen (bijv. objecten, literatuur en afbeeldingen)
- verschillen en overeenkomsten tussen heden en verleden (wat nemen we mee, wat niet?)
als groep 5/6 +
- oude (kunst- en gebruiks)voorwerpen in historische context
(bijv. oude atlassen, historische kaarten, plattegronden, klokken, zonnewijzers, oude schilderijen en beelden) - karakter van steden en dorpen:
- monumenten en andere oude gebouwen
(bijv. pakhuizen, fabrieken, stadspoorten, kerken en boerderijen) - gedenktekens, standbeelden, geveltekens, straatmeubilair, straatnamen
- havens, grachten, kanalen, oude schepen
- monumenten en andere oude gebouwen
- karakter van landschappen:
- stuwwallen, duinen, terpen, dijken, polders, gemalen, molens, wegen, rivieren, kanalen, bossen
- werelderfgoedlijst
- archieven en musea (verzamelen, bewaren, exposeren)
- gebondenheid van objecten aan een bepaalde tijd, plaats en situatie
rituelen en gebruiken Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
- oude rijmpjes, (aftel)versjes, (speel)liedjes en spelletjes (met oude voorwerpen als een hoepel, tol)
- feesten
als groep 1/2 +
- gewoonten en gebruiken (bijv. bij feesten)
- eetcultuur (bijv. bij speciale gelegenheden, zoals geboorte, verjaardag)
- omgangsvormen (bijv. groeten, voorstellen)
als groep 3/4 +
- gewoonten en gebruiken (bijv. bij feesten, familiegebeurtenissen)
- eetcultuur (bijv. dagelijkse maaltijden in verschillende culturen, traditionele gerechten)
- waarden en normen (van jezelf, de groep en omgeving, iedereen)
- omgangsvormen vroeger en nu
als groep 5/6 +
- doorgeven van en veranderingen in gebruiken, gewoonten en rituelen (bijv. binnen gezin, religie, samenleving)
- gebruiken, gewoonten en rituelen in verschillende tijdsperiodes en in verschillende culturen
- waarden en normen (van jezelf, de groep en omgeving, maatschappij, iedereen)
verhalen Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
- sprookjes
- verhalen van vroeger van de leraar, ouders en grootouders bij voorwerpen en monumenten
als groep 1/2 +
- prenten- en verhalenboeken over vroeger
- verhalen van kinderen bij oude voorwerpen en monumenten
- verhalen bij voorwerpen en monumenten, gebruiken, gebeurtenissen van vroeger (bijv. van een winkelier, architect, schipper, machinist, boer)
als groep 3/4 +
- jeugdliteratuur (historische verhalen, mythen en sagen, verhalen uit verschillende culturen)
- informatieve teksten over het verleden
- spreekwoorden en gezegden
- verhalen van kinderen bij voorwerpen en monumenten aan de hand van gerichte vragen
- verhalen bij voorwerpen, gebruiken, gebeurtenissen van vroeger (bijv. van: buurtbewoners, migranten, museummedewerkers)
als groep 5/6 +
- herkomst van spreekwoorden en teksten van oude liedjes
- verhalen bij voorwerpen en monumenten aan de hand van zelfstandig bronnenonderzoek
- verhalen bij voorwerpen, gebruiken, gebeurtenissen van vroeger (bijv. van een archivaris, archeoloog, (landschaps)architect, oudheidkundige)
- filosofisch gedachtegoed uit verschillende beschavingen (Grieks, Romeins, Byzantijns)
kunstzinnige disciplines Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;
- beeldcultuur van kinderen (bijv. kleding, speelgoed, kindertelevisie)
- prentenboekillustratie
- kunstwerken in de klas (bijv. tekeningen, schilderijen, beelden)
- (traditionele) kinderliedjes, dans en toneel
- poppenspel
- betekenis geven: associaties van kinderen bij beelden, muziek en geluiden, spel en beweging en gebruiksvoorwerpen
als groep 1/2 +
- beeldcultuur van kinderen (bijv. tassen, strips, computerspelletjes)
- fotografie, keramiek, schilderijen en beelden in de directe omgeving
- poppentheater, danstheater
- kunstenaars en ambachtslieden uit verschillende disciplines (bijv. zilversmeden, dichters, muzikanten, schilders, beeldhouwers, architecten)
als groep 3/4 +
- beeld- en muziekcultuur van kinderen (bijv. internet, merk- en sportkleding, mode, tophits)
- grafiek, modevormgeving, decors en theaterkostuums
- architectuur, omgevingsvormgeving (bijv. straatmeubilair, etalagevormgeving)
- autonome en toegepaste kunst
- relaties tussen vormgeving, functie en de beoogde doelgroep
- stijlkenmerken (bijv. een zelfde onderwerp van figuratief tot abstract (portret, dier, bloem))
- kunstwerken voor een speciaal gebouw of omgeving
- choreograaf, componist, ontwerper van mode, sieraden, decor of theaterkostuums, architect:
- verschillen in werkomgeving en werkwijze
- inspiratiebronnen en creatieve processen
- kunstenaar als beroep in heden en verleden
- tentoonstellen en (ver)kopen van kunst
als groep 5/6 +
- beeld- en muziekcultuur van kinderen (bijv. tijdschriften, reclame, computeranimaties, kunstfilmpjes, muziekstijlen)
- computer- en videokunst, videoclips, film en theatervormgeving
- architectuur/omgevingsvormgeving (bijv. interieur, exterieur van huizen en gebouwen)
- duiding van een kunstwerk vanuit verschillende perspectieven:
- van het kind (de beschouwer)
- van de kunstenaar (de maker)
- de betekenis van een kunstwerk of gebruiksvoorwerp in relatie tot de tijd en de (sub)cultuur waarin het is ontstaan
- toepassing van technologie in muziek, theater, beeldende kunst en gebruiksvoorwerpen
- computer- of videokunstenaar, ontwerper van meubels en interieurs, reclame, theater:
- verschillen in werkomgeving en werkwijze
- inspiratiebronnen en creatieve processen
- kunstenaar als beroep in verschillende culturen
- persoonlijke- en marktwaarde van kunstwerken