Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Op deze pagina vind je adviezen en materialen om taal-Nederlands te versterken, met aandacht voor didactiek, samenhang, toetsing en organisatie.
Een tweede ontwerpprincipe om taaldomeinen met elkaar te verbinden in je taalles is focussen op betekenisvolle relaties tussen die domeinen.
Een derde ontwerpprincipe om vakinhoudelijke samenhang in je in je taalles te creeëren, is door taaltaken in het ene domein te laten voorbereiden in het andere domein.
Taal-Nederlands is essentieel voor onderwijs en samenleving; hier vind je het curriculum, schoolpraktijk en materialen.
Geïntegreerd lees- en schrijfonderwijs is uiteindelijk gericht op tekstvaardigheid, op het effectief leren hanteren van verschillende genres in verschillende contexten. Voor de didactische vormgeving van dit onderwijs maken we gebruik van een zogeheten onderwijsleercyclus (Burns & Joyce, 1991).
Kerndoel 1
De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
Kerndoel 2
De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
Kerndoel 3
De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
Kerndoel 4
De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen.
Kerndoel 6
De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale.
Kerndoel 7
De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten.
Taal is een kernvak in het onderwijs. Gemiddeld besteden basisscholen ruim 7,25 uur per week aan taalonderwijs. Maar aan welke inhouden van taal werk je eigenlijk?
Lees hier meer over schrijven met peer-response: een aanpak waarbij leerlingen elkaar helpen bij het leren schrijven van teksten.
Kerndoel 1
De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
Kerndoel 2
De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
Kerndoel 3
De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
Kerndoel 5
De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.
Kerndoel 8
De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur.
Kerndoel 10
De leerlingen leren bij de doelen onder ’mondeling taalonderwijs’ en ’schriftelijk taalonderwijs’ strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.
Kerndoel 12
De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ’woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.