Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
De exameneenheid Oriëntatie op leren en werken moet getoetst worden op het schoolexamen en leent zich meer voor praktische opdrachten dan voor een schriftelijke toets.
Leervaardigheden in het vak Nederlands wordt voor alle leerwegen getoetst in het centraal examen en daarom ook gespecificeerd in de syllabus: De kandidaat beheerst een aantal strategische vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen
De leerlingen moeten voor deze exameneenheid dus laten zien dat ze mondelinge taal als communicatiemiddel (in monoloog en in interactie) kunnen gebruiken en dat ze rekening kunnen houden met taalvariaties.
Leerlingen moeten dus de opbouw van een tekst doorzien, het schrijfdoel van de auteur kunnen noemen, het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst kunnen aangeven of een globale samenvatting kunnen maken en een oordeel kunnen geven over de tekst. Het samenvatten van teksten wordt niet gevraagd van leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg.
Deze exameneenheid dient getoetst te worden in het Schoolexamen, maar geldt alleen voor de gemengde en theoretische leerweg.
Hier vind je allerlei uitwerkingen voor de vakken natuurkunde, scheikunde en wiskunde.
Hier vind je allerlei uitwerkingen voor de vakken aardrijkskunde, biologie, economie en geschiedenis.
Informatie over de koppeling tussen MVT/K/6, een ERK-niveau en de betreffende ‘can do’-descriptoren uit Taalprofielen (2015).
De toetsmatrijs is een nadere concretisering van de inhoudsomschrijving in het PTA.