Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.
De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deel nemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening te houden.
De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.
Leerlingen hebben doelen nodig om te bepalen waar ze mee aan de slag gaan. Hoe kun je leerlingen begeleiden en coachen en hoe kun je de leerdoelenkaarten hierbij inzetten?
Een derde ontwerpprincipe om vakinhoudelijke samenhang in je in je taalles te creeëren, is door taaltaken in het ene domein te laten voorbereiden in het andere domein.
Op deze pagina's vind je informatie over de beroepsgerichte programma's en de laatste ontwikkelingen in het vakgebied.