Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Beschrijving van de onderwijsdoelen voor voortgezet speciaal onderwijs voor het vak rekenen/wiskunde
Functionele kerndoelen worden ontwikkeld voor leerlingen in het so die zeer moeilijk leren en/of meervoudig beperkt zijn en voor leerlingen in het vso die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt.
De status van functionele kerndoelen is vastgelegd in de wet. In de Wet op de Expertisecentra zijn ze benoemd als de opdracht aan scholen en staat beschreven welke inhouden aan bod moeten komen. We noemen dit het beoogde curriculum op landelijk niveau.
De functionele kerndoelen zijn de inhoudelijke doelstellingen voor het onderwijsprogramma. Scholen moeten het onderwijs zo inrichten dat ze op een doelgerichte en samenhangende manier aan deze doelen werken. Er is echter geen verplichting om alle functionele kerndoelen op leerlingniveau te behalen. Het kan namelijk zijn dat een leerling niet alle kerndoelen kan behalen. Dan kan de school afwijken van de functionele kerndoelen en vervangende doelen opstellen. De school legt dit vast in het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de leerling.
We beschrijven de functionele kerndoelen vanuit hoge verwachtingen. Ze zijn het uitgangspunt voor het inrichten van het onderwijsprogramma, maar gelden als ‘na te streven inhoudelijke doelstellingen’, waarbij het aan de school is om te beoordelen welk doel passend, haalbaar en uitdagend genoeg is voor een leerling.
Kerndoelen gelden voor leerlingen in het po en vo.
Voor leerlingen in het so die zeer moeilijk leren en/of meervoudig beperkt zijn gelden de functionele kerndoelen. Leerlingen in het so die doorstromen naar vervolgonderwijs volgen onderwijs op basis van dezelfde kerndoelen als leerlingen in het po.
Voor het sbo is er geen aparte set kerndoelen. Scholen in het sbo vallen onder de Wet op het primair onderwijs en werken in principe met dezelfde kerndoelen als het basisonderwijs. De wet biedt ruimte om hier beredeneerd van af te wijken, zodat scholen beter kunnen aansluiten bij de onderwijsbehoeften van leerlingen. In de praktijk combineren sbo-scholen de kerndoelen po met de functionele kerndoelen die passen bij de mogelijkheden en ontwikkelperspectieven van hun leerlingen.
Voor leerlingen in het vso die onderwijs die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt zijn twee afzonderlijke sets functionele kerndoelen. Leerlingen in het vso die doorstromen naar vervolgonderwijs volgen dezelfde kerndoelen als leerlingen in het vo.
Voor het praktijkonderwijs is geen aparte set kerndoelen, omdat deze scholen onder de Wet op het voortgezet onderwijs vallen. Daarom volgen zij in principe de kerndoelen vo. De wet biedt de mogelijkheid hier beredeneerd van af te wijken. In de praktijk werken scholen voor praktijkonderwijs daarom met zowel de kerndoelen vo als de functionele kerndoelen, afhankelijk van het uitstroomprofiel van de leerling.
Wanneer de kerndoelen wettelijk vastgesteld zijn, gelden deze doelen voor alle scholen in Nederland. Dat betekent dat in principe alle leerlingen hiermee te maken krijgen. Keuzes over de inrichting, didactiek en pedagogiek van onderwijs blijven natuurlijk aan scholen zelf.
Kerndoelen zijn de opdracht aan scholen. Dat betekent dat iedere school verplicht is het onderwijs zo vorm te geven dat leerlingen deze doelen kunnen bereiken. We noemen dit het beoogde curriculum op landelijk niveau.
Voor leerlingen in het so die zeer moeilijk lerend zijn en/of een meervoudige beperking hebben, of leerlingen in het vso die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt, ontwikkelt SLO functionele kerndoelen. Scholen moeten het onderwijs zo inrichten dat ze op een doelgerichte en samenhangende manier aan deze doelen werken. Er is echter geen verplichting om alle functionele kerndoelen op leerlingniveau te behalen. Het kan namelijk zijn dat een leerling niet alle kerndoelen kan behalen. Dan kan de school afwijken van de (functionele) kerndoelen en vervangende doelen opstellen. De school legt dit vast in het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de leerling.
Wil je Digitale Geletterdheid versterken? Begin bij de basis: weet wat de overheid verwacht en zie in onderzoeken hoe scholen daaraan voldoen.
Kerndoelen vormen samen met de examenprogramma’s de basis van het Nederlandse curriculum. Een kerndoel is een wettelijk doel dat beschrijft waar leerlingen in po en in de onderbouw vo mee in aanraking moeten komen, welke inspanning van hen wordt verwacht met het oog op ervaringen, of wat ze uiteindelijk moeten beheersen. Daarmee geven kerndoelen richting aan het onderwijs en leggen ze de basis vast waar iedere leerling recht op heeft. Die basis is nodig om jezelf te ontwikkelen, volwaardig deel te nemen aan de samenleving en door te stromen naar vervolgonderwijs.
De kerndoelen zijn zo geformuleerd dat ze voldoende richting geven, maar ook ruimte laten voor scholen en leraren om eigen keuzes te maken. Leraren en scholen behouden hun professionele vrijheid om de kerndoelen op een manier in te vullen die past bij de schoolvisie, hun leerlingen en de context. Kerndoelen beschrijven geen leerstof per schooljaar en schrijven geen vorm van pedagogiek, didactiek of onderwijstijd voor.
De status van kerndoelen is vastgelegd in de wet. In de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs zijn ze benoemd als de
opdracht aan scholen. Dat betekent dat iedere school verplicht is het onderwijs zo vorm te geven dat leerlingen deze doelen kunnen bereiken. We noemen dit het beoogde curriculum op landelijk niveau.
Voor leerlingen in het so die zeer moeilijk leren en/of een meervoudige beperking hebben en voor leerlingen in het vso die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt zijn er functionele kerndoelen.