Rekenen/wiskunde - Wiskundig inzicht en handelen - kerndoel 25 - Groep 7 en 8 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van rekenwiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen.


Groep 7 en 8


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen leren oplossingen onderbouwen en beoordelen door:
    • Grote inzichten gebruiken om problemen op te lossen
      Bijvoorbeeld: kinderen springen bij het redeneren gemakkelijk van het redeneren over van breuken naar procenten, kommagetallen en verhoudingen.
      (bijv. voor deze broek betaalde ik € 125,00, maar ik kreeg 30% korting. 30% is bijna 1/3, dus 2/3 van de oorspronkelijke prijs is ongeveer €125,00. De oorspronkelijke prijs lag dus in de buurt van € 180. Dat klopt wel want 0,7 =70% en 0,7 x 180 = 70+56 = 126.)
    • Het verband tussen een complexe berekening eneen situatie leggen, verwoorden en de berekening formuleren
      Bijvoorbeeld: kinderen kunnen beredeneren waarom een berekening bij een gegeven situatie past. De kinderen vragen zich eerst dingen af als: waar gaat dit over?, wat moet ik te weten komen?, welke bewerking hoort daarbij?, en heb ik de juiste gegevens? (bijv. verklaren waarom in de tekening hiernaast 10 x 15 + 5 x 5 of 15 x 15 - 5 x 10 tegels liggen en waarom (al op voorhand) beide berekeningen hetzelfde moeten opleveren.
    • Op basis van feiten en argumenten beweringen van anderen (bijvoorbeeld in reclame) herkennen, analyseren en zo nodig ontmaskeren van vreemde of misleidende of foute redeneringen
      Bijvoorbeeld: de kinderen kunnen een uitspraak als "25% korting op elk pak koeken is voordeliger dan elk 2e pak voor de halve prijs" interpreteren en de waarheid ervan nagaan. Ze kunnen daarbij gebruik maken van schema's of schematische voorstellingen (bijvoorbeeld strookmodel) en getalsmatige formuleringen.