Oriëntatie op jezelf en de wereld - Ruimte - kerndoel 49 - Groep 5 en 6 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.


Groep 5 en 6


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen leren over temperatuur en neerslag in vijf Europese hoofdsteden.
  • Ze oriënteren zich op de Europese klimaten.
  • Ze denken na over een aantal vragen met betrekking tot de thematische kaart (Europa) van de oorspronkelijke plantengroei.
  • Ze oriënteren zich op het verloop en de betekenis van de palm-, wijn- en graangrens in Europa.
  • De kinderen leren over vorm, plaats en ontstaan van gletsjers.
  • Ze oriënteren zich op de natuurkundige kaart van Zwitserland met betrekking tot gletsjers en toppen boven de 4000 meter en presenteren de resultaten aan elkaar.
  • Ze oriënteren zich op vergletsjering in Europa.

Toelichting: Mental map

De kaart die mensen in hun hoofd hebben van hun eigen omgeving, van Nederland, Europa en de wereld. Bijvoorbeeld de mental map van Nederland: uit je hoofd een beschrijving kunnen geven van:

  • waar de provincies liggen;
  • welke belangrijke steden je (successievelijk) passeert als je met de trein van Groningen naar den Haag rijdt;
  • welke provincies grenzen aan Duitsland en aan België;
  • waar de meeste droogmakerijen voorkomen;
  • waar je de meeste kans hebt op gebieden met reliëf;
  • welke borden je moet volgen als je vanuit Utrecht met de auto naar Meppel moet;
  • enzovoort.