Oriëntatie op jezelf en de wereld - Ruimte - kerndoel 49 - Groep 3 en 4 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.


Groep 3 en 4


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen vergelijken een week lang het weer in IJmuiden en Enschede, in zomer en winter. Ze trekken daar conclusies uit.
  • Ze leren seizoenen in Nederland te typeren naar verschillende weertypen.
  • De kinderen oriënteren zich op de hoogtekaart van Nederland.
  • Ze zoeken een aantal gebieden op met interessante hoogtes (o.a. het hoogste en laagste punt).
  • Ze presenteren de uitkomsten aan elkaar.

Toelichting: Mental map

De kaart die mensen in hun hoofd hebben van hun eigen omgeving, van Nederland, Europa en de wereld. Bijvoorbeeld de mental map van Nederland: uit je hoofd een beschrijving kunnen geven van:

  • waar de provincies liggen;
  • welke belangrijke steden je (successievelijk) passeert als je met de trein van Groningen naar den Haag rijdt;
  • welke provincies grenzen aan Duitsland en aan België;
  • waar de meeste droogmakerijen voorkomen;
  • waar je de meeste kans hebt op gebieden met reliëf;
  • welke borden je moet volgen als je vanuit Utrecht met de auto naar Meppel moet;
  • enzovoort.