Oriëntatie op jezelf en de wereld - Ruimte - kerndoel 49 - Groep 1 en 2 - Wat doet de leraar


De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.


Groep 1 en 2


Wat doet de leraar?

  • De leraar richt, drie achtereenvolgende weken, een kijktafel in voor:
    • zon;
    • bewolking en regen;
    • wind.
  • Zij laat de kinderen in elke week m.b.t. zon/bewolking, regen, wind ontdekkingen doen en beleven.
  • Zij plant in de vierde week iedere dag tijd in om in een schema in te vullen of er zon is, bewolking/regen, wind.
  • Zij zet de kinderen aan het eind van die week aan om conclusies te trekken.
  • De leraar heeft foto's of een stukje video geselecteerd over Zwitserland.
  • Zij houdt na de presentatie daarvan een onderwijsleergesprek waarin centraal staat: hoog en laag, bergen en dalen.
  • Zij heeft op een vel A4 de contouren geschetst van een ansichtkaart uit Zwitserland (de kaart van Zwitserland en de tekst 'Groeten uit Zwitserland'). Voor ieder kind heeft ze een kopie gemaakt.
  • Zij heeft materiaal verzameld (reisgidsen, folders e.d.) waaruit de kinderen plaatjes kunnen knippen.
  • Zij laat de kinderen een ansichtkaart van Zwitserland maken en vertelt hoe ze dat kunnen doen.

Toelichting: Mental map

De kaart die mensen in hun hoofd hebben van hun eigen omgeving, van Nederland, Europa en de wereld. Bijvoorbeeld de mental map van Nederland: uit je hoofd een beschrijving kunnen geven van:

  • waar de provincies liggen;
  • welke belangrijke steden je (successievelijk) passeert als je met de trein van Groningen naar den Haag rijdt;
  • welke provincies grenzen aan Duitsland en aan België;
  • waar de meeste droogmakerijen voorkomen;
  • waar je de meeste kans hebt op gebieden met reliëf;
  • welke borden je moet volgen als je vanuit Utrecht met de auto naar Meppel moet;
  • enzovoort.