Oriëntatie op jezelf en de wereld - Natuur en techniek - kerndoel 43 - Groep 3 en 4 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.


Groep 3 en 4


Wat doen de kinderen?

Bij Weer:

  • De kinderen bespreken enkele keren per jaar het weer van die dag en proberen dat in verband te brengen met het seizoen.
  • Ze meten met eenvoudige instrumenten de windrichting en windkracht, de hoeveelheid regen, de temperatuur en stellen door waarnemen de mate van bewolking en zonneschijn vast. Dat doen ze enkele dagen achter elkaar en ze maken er een eenvoudig verslag van.
  • Ze maken posters met afbeeldingen en teksten over de kenmerken van het weer in de vier seizoenen.

Bij Klimaat:

  • De kinderen vergelijken een week lang het weer in Katwijk en Maastricht, in zomer en winter.
  • Ze trekken conclusies uit hun waarnemingen over klimaatverschillen in Nederland.
  • Ze leren seizoenen in Nederland te typeren naar verschillende weertypen.

Toelichting: Landschap

Alles om ons heen is landschap. Een veel gehanteerde tweedeling is:

Natuurlandschap:
een landschap dat (vooral) gevormd is door processen in de natuur, bijvoorbeeld een rivierenlandschap, een hooggebergtelandschap. Het enige (nog echte, zegt men), natuurlandschap in Nederland is het waddenlandschap.

Cultuurlandschap:
een landschap dat gevormd is door ingrijpen van de mens, bijvoorbeeld een stads-/dorpslandschap, een droogmakerij/IJsselmeerpolder, ingedijkt land, enzovoort.

Eigenlijk is er in Nederland altijd sprake van een combinatie van beiden, bijvoorbeeld een es- en brinkdorplandschap op een stuwwallenlandschap of een polder (landschap) op een veen- of zeekleilandschap.