Oriëntatie op jezelf en de wereld - Natuur en techniek - kerndoel 43 - Groep 3 en 4 - Doorkijkje


De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.


Groep 3 en 4


Doorkijkje

Het weer meten

In het videofragment doen kinderen buiten op de speelplaats metingen aan het weer. De leraar heeft een werkblad gemaakt waarop ze in kunnen vullen wat ze gevonden hebben.

Enkele kinderen zijn bezig met het leeghalen van een bak die dienst doet als regenmeter (als het regenachtig weer is). Het water doen ze in een maatbeker. Anderen bepalen de windrichting door een strook papier aan een stok in de lucht te houden. Op hun werkblad tekenen ze op de tekening van de speelplaats welke kant de strook op waait.

Nog een ander groepje is bezig met een thermometer die ze ergens neer hebben gelegd. Ze vullen de temperatuur in op hun werkblad. Ze kijken ook naar de bewolking (hoeveelheid en vorm) en zetten op het blad een kruisje bij de wolken die er op lijken.


Toelichting: Landschap

Alles om ons heen is landschap. Een veel gehanteerde tweedeling is:

Natuurlandschap:
een landschap dat (vooral) gevormd is door processen in de natuur, bijvoorbeeld een rivierenlandschap, een hooggebergtelandschap. Het enige (nog echte, zegt men), natuurlandschap in Nederland is het waddenlandschap.

Cultuurlandschap:
een landschap dat gevormd is door ingrijpen van de mens, bijvoorbeeld een stads-/dorpslandschap, een droogmakerij/IJsselmeerpolder, ingedijkt land, enzovoort.

Eigenlijk is er in Nederland altijd sprake van een combinatie van beiden, bijvoorbeeld een es- en brinkdorplandschap op een stuwwallenlandschap of een polder (landschap) op een veen- of zeekleilandschap.