Oriëntatie op jezelf en de wereld - Mens en samenleving - kerndoel 39 - Groep 3 en 4 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.


Groep 3 en 4


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen oefenen met de begrippen betekenis, verwondering, ingrepen en zorg.
  • Bij een aantal foto's van Nederlandse landschappen verwoorden ze welke betekenis dat landschap volgens hen heeft en wat voor gevoelens en vragen het bij hen opwekt.
  • Ze vertellen welke ingrepen van mensen ze zien in het landschap.
  • Ze leggen uit welke voor- en nadelen van ingrepen in het landschap ze zien en wat voor zorg zij (of andere mensen) daarbij zouden kunnen hebben.
  • Ze denken na over oplossingen bij een voor hen relevant probleem (dilemma).
  • Ze redeneren over voor- en nadelen van hun oplossing.
  • Ze argumenteren over de gemaakte keuzes en maken hiervan een kort verslag.
  • Ze presenteren hun samenvatting.
  • Ze luisteren naar de verbreding en verdieping die de leraar aanbrengt aan de hand van hun samenvattingen.

Toelichting: Landschap

Alles om ons heen is landschap. Een veel gehanteerde tweedeling is:

Natuurlandschap:
een landschap dat (vooral) gevormd is door processen in de natuur, bijvoorbeeld een rivierenlandschap, een hooggebergtelandschap. Het enige (nog echte, zegt men), natuurlandschap in Nederland is het waddenlandschap.

Cultuurlandschap:
een landschap dat gevormd is door ingrijpen van de mens, bijvoorbeeld een stads-/dorpslandschap, een droogmakerij/IJsselmeerpolder, ingedijkt land, enzovoort.

Eigenlijk is er in Nederland altijd sprake van een combinatie van beiden, bijvoorbeeld een es- en brinkdorplandschap op een stuwwallenlandschap of een polder (landschap) op een veen- of zeekleilandschap.