Oriëntatie op jezelf en de wereld - Mens en samenleving - kerndoel 39 - Groep 1 en 2 - Doorkijkje


De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.


Groep 1 en 2


Doorkijkje

Verwonderen in het bos

Het is voorjaar en prachtig weer. De juf besluit met de kinderen te gaan wandelen in het nabijgelegen bos. De bomen beginnen net weer bladeren te krijgen en overal komen allerlei kruiden boven de grond. Bij het begin van de wandeling geeft ze de kinderen de opdracht om goed om zich heen te kijken, te ruiken en hun oren de kost te geven. Op een mooi plekje in het bos gaan ze zitten en de juf vraagt wat ze zien, wat ze ruiken en wat ze horen. De kinderen sommen op: vogels die fluiten (andere kinderen vinden dat ze zingen), verschillende soorten bomen, ze horen een specht maar ook geluiden van het verkeer, een kerkklok of fabrieken, de geur van bloemetjes en van bomen, ze zien allerlei kleuren groen, slakken, kevers, etc.

De juf vraagt ze twee dingen in gedachten te nemen waarover ze zich het meest verwonderen. Ieder kind mag die twee dingen noemen en uitleg geven over het waarom van die verwondering.


Toelichting: Landschap

Alles om ons heen is landschap. Een veel gehanteerde tweedeling is:

Natuurlandschap:
een landschap dat (vooral) gevormd is door processen in de natuur, bijvoorbeeld een rivierenlandschap, een hooggebergtelandschap. Het enige (nog echte, zegt men), natuurlandschap in Nederland is het waddenlandschap.

Cultuurlandschap:
een landschap dat gevormd is door ingrijpen van de mens, bijvoorbeeld een stads-/dorpslandschap, een droogmakerij/IJsselmeerpolder, ingedijkt land, enzovoort.

Eigenlijk is er in Nederland altijd sprake van een combinatie van beiden, bijvoorbeeld een es- en brinkdorplandschap op een stuwwallenlandschap of een polder (landschap) op een veen- of zeekleilandschap.