Oriëntatie op jezelf en de wereld - Mens en samenleving - kerndoel 35 - Groep 5 en 6 - Doorkijkje


De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.


Groep 5 en 6


Bij verkeer - Op zoek naar voorrang

De kinderen gaan op zoek naar voorrangssituaties in de buurt van de school.

De juffrouw heeft met behulp van verkeersouders een route uitgestippeld in de omgeving van de school, waarbij de kinderen verschillende voorrangsborden en voorrangssituaties tegen komen. Na een klassikale toelichting lopen de kinderen de route in groepen van 4 à 5 kinderen, aan de hand van een plattegrond en onder begeleiding van verkeersouders.

Elke groep krijgt de volgende opdrachten mee:

  • Teken de voorrangsborden die je tegenkomt en schrijf de betekenis erbij.
  • Schrijf op hoe de voorrangsregels zijn bij de kruispunten die je tegenkomt.
  • Had je zelf voorrang of moest je voorrang verlenen, aan wie?
  • Welke situaties vond je moeilijk?

Na afloop bespreekt de juffrouw de ervaringen van de wandeling in de kring. Zij maak vervolgens met de kinderen de voorrangsborden en oefent op een later tijdstip een aantal situaties op het schoolplein en in de gymzaal.

Bron: Houterman, K. e.a. (2002). Sociale redzaamheid en gezond gedrag: Veilig en wel. Enschede: SLO.

Bij consumentengedrag - Verkoper en klant

Meester Giel laat de kinderen situatieschetsen uitspelen waarin steeds een verkoper en een klant voorkomen. Zowel het kind dat de verkoper speelt als het kind dat de klant speelt, krijgt kort van tevoren een briefje waarop staat wat het kind moet spelen.

Hij geeft de volgende situaties:

  • Klant:
    Je hebt € 11,- van je ouders gekregen. Daarvoor moet je een paar pantoffels kopen en een cadeau voor je oma. Je ziet prachtige pantoffels, maar ze kosten € 10,50. Je wilt ze alleen even passen.
    Verkoper:
    Je bent een schoenenverkoper. Er komt een kind de winkel in. Hij/zij wil een paar pantoffels passen. Het is het laatste paar en je wilt er graag van af.
  • Klant:
    Je hebt een fototoestel gekocht van je eigen spaargeld. Maar het lcd-scherm gaat steeds op zwart. Als je de camera uit en weer aan zet, doet het scherm het weer voor een tijdje. Je bent al twee keer naar de winkel terug geweest, maar hij doet het nog steeds niet goed. Ga voor de derde keer en bedenk een oplossing.
    Verkoper:
    Je werkt in een fotozaak. Voor je staat een klant die al voor de derde keer terugkomt met zijn/haar camera. Je hebt van dit model geen andere in voorraad en je weet dat repareren weken gaat duren. Probeer de klant tevreden te stellen.

Na afloop van de gespeelde situaties bespreekt meester Giel deze samen met de kinderen. Hij stelt daarbij vragen als: Hoe is de situatie verlopen? Hoe voelde je je als klant/als verkoper? Wat vond je van het gedrag van de klant/van de verkoper (overhalend, geïrriteerd, vriendelijk, luisterend)?

Bron: Houterman, K. e.a. (2002). Sociale redzaamheid en gezond gedrag: Kieswijzer. Enschede: SLO.