Nederlands - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 6 - Groep 5 en 6 - Wat doen de kinderen


De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen.


Groep 5 en 6


Wat doen de kinderen?

  • De kinderen maken zelfstandig of in een groepje (en waar nodig onder begeleiding van de leraar) gebruik van de volgende studievaardigheden:
    • Herlezen
      Ze lezen een tekst(deel) nog eens maar nu met een ander doel, namelijk gericht op het onthouden of overzichtelijk presenteren van de gelezen en begrepen informatie (en/of op het vergelijken van informatie uit verschillende bronnen, het selecteren van informatie en het kritisch beoordelen van informatie - zie kerndoel 7);
    • Schematiseren
      Ze geven met behulp van een schema de structuur van een tekst weer. Ze maken bijvoorbeeld een klassikale woordspin/woordweb/mindmap rond het hoofdonderwerp van een tekst;
    • Onderstrepen
      Ze selecteren belangrijke informatie uit een tekst en onderstrepen of markeren deze;
    • Aantekeningen maken
      Ze schrijven de belangrijkste woorden of zinnen van een tekst op (sleutel- of signaalwoorden) of gebruiken synoniemen of parafrasen hiervan. Eventueel schrijven ze ook eigen reacties op;
    • Uittreksel maken
      Ze schrijven een verkorte weergave van een tekst, waarbij ze de structuur van de tekst volgen. Ze maken hierbij eventueel gebruik van gemaakte schema’s en aantekeningen.