Nederlands - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 4 - Groep 3 en 4 - Doorkijkje


De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen.


Groep 3 en 4


Doorkijkje Over indianen

Groep 3 werkt in projectgroepen over het thema indianen. Vier kinderen (Leon, Marijn, Jordan, Niek) hebben een aantal leervragen over het eten van de indianen. Hun juffrouw Lisette zit bij hen aan tafel. Voordat ze informatie gaan zoeken in boeken, houdt de juf een gesprekje met de kinderen om ze op weg te helpen. Ze vraagt eerst nog eens na wat ze gaan doen. Waar gaan ze informatie over zoeken? Dat is over eten, en niet alle eten, maar alleen eten dat bij indianen hoort. Ze lezen hun eigen vragen nog eens waar ze antwoord op willen vinden: wat eten indianen, hoe eten indianen, hoe koken ze?

Lisette: “Hoe kom je nou te weten wat indianen eten?”
Marijn: “In boeken kijken.”
Lisette: “We hebben al verschillende keren in de boeken gekeken. Stond er iets in over eten?” Ja, dat was zo. Lisette voert een gesprekje met de kinderen over waar indianen op jagen en wat ze dan voor eten zoeken. De kinderen weten te vertellen dat ze op zoek gaan naar verschillende dieren en dan het vlees eten. Ze weten dat indianen ook fruit, rijst en maïskoeken eten. Daar hadden ze het immers al eerder over gehad in de klas. Lisette geeft aan dat de kinderen ook kunnen opzoeken in de boeken hoe de indianen dat eten dan klaarmaken.

Iedereen mag een boek kiezen en zoeken of erin staat wat indianen eten. Misschien kunnen ze uitzoeken hoe de indianen het klaarmaken en hoe ze het eten. Ieder kijkt eerst voor zichzelf.
Als de kinderen een boek hebben, gaan ze het meteen doorbladeren, op zoek naar informatie over eten. Lisette: “Is het slim om het boek nu helemaal door te bladeren of moeten we eerst ergens anders naar kijken?”
Jordan is ondertussen al zelf aan het kijken naar de inhoudsopgave. Lisette ziet dat en vraagt wat hij heeft gevonden. Hij leest voor wat er staat. Bovenaan staat inhoud. Lisette: “Hé, je kunt natuurlijk ook bij de inhoud kijken, voor of achterin het boek, of je misschien het onderwerp vindt. Even kijken…, waar zou jij naar moeten kijken? Ha, jagen en eten. Bladzijde 14.”
De anderen gaan nu ook bij de inhoud kijken. Lisette helpt ze om het te vinden. “Hier staat iets over wonen... Hé, daar staat het: eten en drinken. Welke bladzijde staat daarachter?”
Jordan heeft belangrijke informatie gevonden over het maken van maïskoeken. Lisette: “Hoe kunnen we dat bewaren?” Jordan stelt voor om het op een blaadje te schrijven. Marijn vindt in zijn boek dat indianen ook eenden eten. En dat ze pompoenen eten en zonnebloempitten. Lisette brengt een logische taakverdeling in. Marijn schrijft op wat ze eten. Niek over hoe ze koken. En Jordan hoe ze van maïs koeken maken. Leon heeft nog niets gevonden en gaat nog even verder zoeken.
Bron:
Tomesen & van Kleef (2005). Strategisch lezen en schrijven met jonge kinderen. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.