Kunstzinnige oriëntatie - leerlijn B - Groep 7 en 8 - Doorkijkje


leerlijn B: beeldende kunst


Groep 7 en 8


Happy ever after life, project over het maken van een animatie

Tentoonstelling

Op bezoek in de tentoonstelling Happy ever after life met aansluitend een workshop door de kunstenaar

In de tentoonstelling van de kunstenaar Mathijs zijn heel veel animaties en filmpjes te zien. Ze zijn niet alleen maar van Mathijs, maar ook van andere kunstenaars die hij heeft uitgenodigd. Eigenlijk proberen alle kunstenaars iets te laten bewegen of opnieuw te laten leven in de tentoonstelling. Een van de installaties bestaat uit opgezette vogels. Deze gaan in de tentoonstelling weer opnieuw leven; met hun snavels bespelen ze een platenspeler met daarop een lp met vogelgeluiden: ze gaan eigenlijk opnieuw hun lied zingen.

In een videokunstwerk zie je plastic zakjes. De wind speelt ermee en dan lijken het wel een soort vlinders of vogels.

Ook zijn er animaties te zien die Mathijs maakt. Deze animaties zijn computeranimaties. Ze bestaan uit foto's en tekeningen die gecombineerd zijn. Ook het geluid speelt een belangrijke rol.

Voorbereiding op het tentoonstellingsbezoek

Op school hebben de kinderen van groep 8 zich voorbereidt op de tentoonstelling 'Happy ever after life'. Ze hebben een website met animaties van de kunstenaar bekeken.

Bezoek aan tentoonstelling en maken animatie

De kinderen gaan met de kunstenaar Mathijs naar een wel heel bijzonder object midden in de zaal. Het lijkt wel een soort lijf. Met spieren, een hart, maar alles is van gekleurde klei. Boven het lijf hangt een camera en ernaast zie je het lijf groot geprojecteerd op de muur.

De kunstenaar legt aan de kinderen uit hoe het werkt om een animatie te maken. Je maakt van klei bijvoorbeeld een sliertje en plakt dat aan het hoofd van het lijf. Alle handen weg….Mathijs maakt een foto en het lijkt alsof het lijf een haar op zijn hoofd heeft.

De volgende keer plak je er weer een sliertje aan… weer een foto ... Uiteindelijk projecteert Mathijs alle foto's achter elkaar en lijkt het alsof het haar op het hoofd groeit!

Natuurlijk kun je ook andere spannende dingen laten zien: je kunt bijvoorbeeld de ogen bij elke foto een beetje verdraaien, als je de foto's achter elkaar zet zie je de draaiende ogen van het lijf!

De hele groep maakt op deze manier gezamenlijk zelf een klei-animatie en beleeft wat een animatie is. Mathijs projecteert alle beelden achter elkaar en vervolgens is de klei-animatie van deze groep te zien in de grote tentoonstellingsruimte.

Uitnodiging familie en vrienden

Het werk van de kinderen maakt deel uit van de tentoonstelling. De kinderen maken een uitnodiging voor familie en vrienden en bereiden een rondleiding voor. Iedereen is welkom en de kinderen leiden hun gasten zelf rond.

Bron:
Kunstenlab, Deventer


Toelichting: Kijkwijzer

Een kijkwijzer is een handleiding, een reeks vragen, die je stimuleert om bewuster naar een beeld te kijken.

Voorbeeld van een kijkwijzer
Wat valt je op, wat is je eerste indruk? De kinderen geven een eerste spontane reactie en vertellen wat er bij hen opkomt)
Wat is het, wat stelt het voor? Wat stelt het schilderij, beeldhouwwerk, foto voor?
Wat is het voor gebouw, gebruiksvoorwerp, kledingstuk ? wat is de functie ervan?
Wat zie je allemaal, hoe ziet het eruit? Hoe is het gemaakt? Van welk materiaal?
Welke beeldaspecten spelen een belangrijke rol?
Hoe zijn deze beeldaspecten gebruikt?
Waarom zou het zo gemaakt zijn? Voor wie is het beeld of object bedoeld?
Wat roept het kunstwerk bij je op?
Wat vertelt het beeld je? Hoe en waaraan zie je dat?
Wat vind je er van en waarom? Is je mening anders dan je eerste indruk nu we er wat langer naar gekeken en er over gepraat hebben? Waardoor komt dit?
Als jij zoiets zou maken, hoe zou jij het dan doen?

De vragen in de kijkwijzer zijn heel algemeen gesteld, in de praktijk betekent het dat ze afgestemd moeten worden op het betreffende onderwerp en op het ontwikkelingsniveau van de kinderen. je vraagt kinderen uit groep 5 dus niet: 'Welke beeldaspecten zijn gebruikt?', maar 'Wat kun je vertellen over de kleur van de krokodil en de kleuren van de grond?'

Bron: van Onna, J. & Jacobse, A. (2004). Laat maar zien, een didactische handleiding voor beeldend onderwijs. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Toelichting: Inspiratiebronnen

Bijvoorbeeld:

  • de natuur: mensen, dieren, planten, landschappen;
  • andere kunstwerken/kunstenaars;
  • hedendaagse beeldcultuur;
  • nieuwe media;
  • technologische ontwikkelingen (vanaf groep 7/8);
  • visie op de maatschappij en maatschappelijke ontwikkelingen.

Toelichting: Creatieve processen

Onderzoeken:

je verwonderen, open staan voor allerlei nieuwe indrukken, gericht waarnemen, schetsen, fotograferen, gesprekken voeren, bronnenonderzoek.

Experimenteren:

experimenteren met materialen, technieken, beeldaspecten (kleur, vorm, ruimte etc.), openstaan voor het toeval, nieuwe ontdekkingen, gebruik maken van je verbeelding.

Reflecteren en keuzes maken:

feedback krijgen, leren van je mislukkingen, afstand nemen je werk, analyseren, vergelijken, keuzes maken en plannen uitwerken.

Toelichting: Associaties van kinderen

Beeldende kunst roep bij (jonge) kinderen vaak allerlei associaties op, Een schilderij met bijvoorbeeld een afbeelding van het strand roept bij hen allerlei associaties op over hun eigen vakantie aan zee. Binnen de kortste keren gaat het gesprek niet meer over het schilderij, maar over hun eigen vakantie aan zee.

Toelichting: Autonome en toegepaste kunst

Autonome kunst:

Kunst die geen directe vaste functie heeft noemen we autonoom. Autonoom wil niet zeggen zonder doel, maar op zich zelf staand.

Toegepaste kunst:

Objecten die naast het feit dat ze een verfraaiing of versiering zijn ook een functie hebben, bijvoorbeeld design meubelen of -kleding, sieraden, keramiek, grafische vormgeving.