Friese taal - mondeling onderwijs - kerndoel 17 - Groep 3 en 4 - Doorkijkje


De leerlingen ontwikkelen een positieve attitude ten opzichte van het gebruik van Fries door henzelf en anderen.


Groep 3 en 4


Doorkijkje

De Tsjelke, de Bloemenkelk en the Calyx

Bij het betreden van het plein springt de wapperende schoolvlag van De Tsjelke meteen in het oog. Tsjelke betekent (bloem)kelk. De naam staat symbool voor de ontplooiing van kinderen en ook voor het geven van een geborgen en veilig gevoel.

Er werken tien leraren op deze school met circa 100 leerlingen, waarvan ongeveer 95% Friestalig is. "Wanneer je voorbij zou gaan aan deze thuistaal, zou je kinderen tekort doen," vertelt directeur Hans de Haan. In 1997/1998 is de school daarom ook deel gaan nemen aan het project De trijetalige skoalle. Bij binnenkomst van de school is dit meteen zichtbaar: er hangen diverse kaartjes in drie talen. Op de deuren bijvoorbeeld zijn drie kaartjes onder elkaar geplakt: duwen, triuwe en push. En zo is er een famkeshûske en een meisjeswc. Ook in de lokalen hangen kaartjes met woorden in twee of drie talen. Op de rode kaartjes staat altijd het Nederlandse woord, op de groene kaartjes de vertaling in het Fries en op de blauwe kaartjes staat hetzelfde woord in het Engels. Deze kleuren worden zo steeds consequent voor de drie talen gebruikt.

In groep 1 t/m 6 is de verhouding tussen het gebruik van het Fries en het Nederlands 50-50. In groep 7/8 komt het Engels als vak en voertaal erbij. De verhouding wordt dan 40-40-20. De drie talen worden niet alleen als vak gegeven, maar worden ook als instructietaal bij andere vakken gebruikt. Dit gebeurt bij de expressievakken, maar ook bij wereldoriëntatie en rekenen.

In groep 1/2 wisselen Friese en Nederlandse weken elkaar af. Wanneer het de Friese week is, is dat te zien aan het Friese vlaggetje. (...)

"Starten met het project in groep 1 en 2 was niet zo lastig," vertelt Hans de Haan. Het omschakelen van praten, vertellen en voorlezen in het Nederlands naar praten, vertellen en voorlezen in het Fries bleek niet een zodanig grote stap te zijn (ook doordat de leraren het Fries goed beheersen). In groep 3 werd het iets lastiger. De werkwijze van de ene week Fries en de andere week Nederlands kon hier niet volgehouden worden. Veel van de beschikbare onderwijstijd is nodig voor het leren lezen. Het team van De Tsjelke heeft er bewust voor gekozen het leren lezen in het Nederlands te doen, aan de hand van de methode de Leeslijn. Uit de praktijk bleek namelijk dat kinderen die in het Nederlands hadden leren lezen, het lezen in het Fries snel oppikten. Een andere overweging had te maken met mogelijkheden voor remediëring: bij de Nederlandse leesmethoden was wel remediërend materiaal aanwezig, bij de Friese niet.

Bij een dergelijke leesles uit een Nederlandstalige methode kan het best voorkomen dat het Fries de voertaal is. De kinderen leren de (schrijf)letters en de klanken van het Nederlandse woord dag en krijgen daar uitleg en opdrachten van de leraar in het Fries bij: "Hinke, yn hokker wurdsje sjochsto de d ek?" of "En de a, wist ek in wurdsje wêrst de a ek hearst?" Kinderen krijgen in het Fries de opdracht de Nederlandse g uit te spreken en om de schrijfletter op het bord na te schrijven. "En no mei de wiisfinger yn 'e loft, skriuw mar mei." Omdat het leren lezen veel tijd vraagt, is het in groep 3 lastig de verhouding van 50-50 te halen. Daar wordt geen probleem van gemaakt: "We willen daar niet krampachtig mee omgaan."

Dat geldt ook voor de omgang met Nederlandstalige kinderen. Wanneer zij - tijdens een Fries voertaalmoment - blokkeren, mogen zij in het Nederlands zeggen wat ze wilden zeggen. In het team zijn daar afspraken over gemaakt. De leraar reageert dan eerst in het Nederlands, maar herhaalt daarna wel in het Fries wat het kind had willen zeggen. Zo kunnen kinderen nog wel horen hoe ze het hadden kunnen zeggen. In groep 4 gebeurt dat bijvoorbeeld tijdens de Friestalige rekenles (uit Pluspunt). Kinderen krijgen de opdracht een getal onder de honderd op te schrijven en moeten dan aangeven uit hoeveel eenheden en tientallen dat getal bestaat. "Ik begrijp het niet," zegt een jongen in het Nederlands. De leraar loopt even naar hem toe, geeft eerst uitleg in het Nederlands en herhaalt die daarna in het Fries.

Gebeurde het leren lezen in groep 3 in het Nederlands, het begrijpend lezen gebeurt vanaf groep 4 ook in het Fries. Het team gebruikt daarvoor de map Leesstrategieën (waarin ook Friestalige teksten zijn opgenomen) en de map Begrypend harkjen en lêzen (voor groep 1 t/m 8). De kinderen leren daarbij leeswijzers gebruiken, die door het team zelf zijn gemaakt. Een dergelijke leeswijzer hangt ook vergroot in het lokaal van groep 4. De exemplaren die de kinderen gebruiken, zijn tweetalig. De leraren willen graag dat kinderen deze kaart ook buiten de leesles, uit zichzelf gebruiken. Spontaan doen ze dat echter niet: "We moeten ze er wel steeds op wijzen, maar dan gebruiken ze ze wel."

Kinderen gebruiken die leeswijzer dan bijvoorbeeld tijdens het lezen van teksten uit De grote reis. Ook wereldoriëntatie komt in beide talen aan de orde en vanaf groep 7 zelfs in drie talen. Tijdens de Friese voertaalmomenten gebruikt het team dan lesmateriaal dat door Taalsintrum Frysk ontwikkeld is. De methode De grote reis wordt dus niet helemaal doorgewerkt. Het team heeft gekeken welke onderdelen uit deze methode kunnen vervallen ten gunste van het Friestalige lesmateriaal. Deze keuze wordt vooral bepaald door de onderwerpen die in de verschillende materialen voorkomen.

(...)

De ouders zijn positief over het taalbeleid op De Tsjelke. De ervaring is dat ouders van Nederlandstalige kinderen vaak nog positiever zijn dan de Friestalige ouders. Zij vinden het leren van het Fries een verrijking voor hun kinderen. Ook in de communicatie met de ouders voert het team hun visie op meertaligheid consequent door: het mededelingenblaadje dat eens in de drie weken verschijnt, krijgen ouders afwisselend in het Nederlands en het Fries. Krijgen ze de mededelingen in het Fries, dan hangt er een Nederlandse vertaling op het bord in de hal. Krijgen ze het blaadje in het Nederlands, dan hangt er een Friese vertaling.

Bron: Paus, H. & Oosterloo, A. (2004) Interview bij een bezoek aan OBS. De Tsjelke, Holwerd.