Ontwikkeling van algemene vaardigheden

17 december 2019

Om met succes te kunnen doorstromen naar mbo of havo moeten gtl-leerlingen onder meer beschikken over een aantal algemene vaardigheden. Op grond van verschillende onderzoeken (Monnink e.a., 2010; VO-raad, 2010; Onderwijsraad, 2011; Rodenboog-Hamelink e.a., 2011; Intern rapport SLO, 2014) en in overleg met docenten en andere experts heeft SLO gekozen voor de volgende vier algemene vaardigheden: zelfstandig leren, samenwerken, presenteren, abstract en kritisch denken.

1. Zelfstandig leren

Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren

In 2010 stelde de VO-raad in haar Advies verbetering aansluiting vmbo-tl op havo en mbo (VO-raad, 2010) dat tl-leerlingen die willen doorstromen naar mbo of havo, niet voorbereid zijn op het 'anders leren' in deze vormen van vervolgonderwijs. Daar wordt een groot beroep gedaan op de zelfstandigheid en de planningsvaardigheden van leerlingen. Om dit te leren dienen leerlingen regelmatig een opdracht te krijgen waarbij zij zelf een aanpak moeten kiezen en een planning moeten maken, de uitvoering ervan moeten bewaken en reflecteren op aanpak en resultaat.

2. Samenwerken

Gezamenlijk een doel realiseren en anderen daarbij kunnen aanvullen en ondersteunen

Aandacht voor samenwerken is van belang in het licht van de aanbevelingen van de VO-raad (2010) voor 'realistisch leren' en ervaringsgerichter maken van het onderwijs. Leerlingen leren zo onder meer onderling taken te verdelen, om te gaan met hulp en feedback van anderen en verantwoordelijkheid te nemen voor een gezamenlijk resultaat.

3. Presenteren

Het effectief en doelgericht kunnen overbrengen van een boodschap in een presentatie

Presenteren is een vaardigheid die bij 'realistisch leren' en ervaringsgericht onderwijs regelmatig gevraagd wordt van leerlingen. Voor het ontwikkelen van deze vaardigheid leren leerlingen de kern van een boodschap te bepalen, een presentatie op te bouwen, duidelijk te spreken en daarbij passende hulpmiddelen te gebruiken.

4. Abstract en kritisch denken

Doelgericht kunnen analyseren en logisch kunnen redeneren

In 2011 constateert de Onderwijsraad in haar rapport over profielen in de bovenbouw havo-vwo dat het hoger onderwijs (hbo en wo) behalve op de gebrekkige beheersing van de kernvakken taal en rekenen, kritiek heeft op het onvoldoende abstract kunnen denken van leerlingen (Onderwijsraad, 2011). Als tl-docenten gevraagd wordt naar een criterium voor havo- of hbo-potentie bij leerlingen, geven zij ook vaak aan: abstract kunnen denken. Dit heeft geleid tot de keuze van deze vaardigheid. 
Abstract denken is hier gerelateerd aan kritisch denken, een term die wordt gebruikt in het Conceptueel kader van 21e eeuwse vaardigheden van SLO (2014) en in het Eindadvies van het Platform onderwijs 2032 (2016). Bij abstract en kritisch denken gaat het onder meer om het formuleren van vragen, het beoordelen van informatie op bruikbaarheid en betrouwbaarheid, het opbouwen van een logische gedachtenlijn en het trekken van conclusies. Vaardigheden die ook van pas komen bij het uitvoeren van onderzoeken.